Edese leerlingen betrokken bij oplossen misdaad
EDE. Vrouw, ouder dan 30, blond haar, lange dunne neus, kleine sportschoenen. Van de acht verdachten op het podium moest zij wel de dader zijn. Met een ‘signalementenspel’ ontmaskerden leerlingen van de christelijke scholengemeenschap Het Streek in Ede gisteren de overvaller van een tankstation.
De ‘overval’ had de gemoederen op school de hele week bezig gehouden. Bij Het Streek is een proef gedaan met ”Hero of Zero”, een campagne om jongeren meer te betrekken bij het oplossen van misdaden. De boodschap: jongeren kunnen de politie helpen door tips en signalementen door te geven. „Als je iets meldt, dan ben je een ”hero”. Doe je niets, dan gebeurt er ”zero”, niets dus”, legt Rozemarijn van Leijenhorst, woordvoerster van het project, uit.
De campagne is een initiatief van de gemeente Ede en de politie, met ondersteuning van het ministerie van Veiligheid en Justitie en de provincie Gelderland. Als uit nader onderzoek blijkt dat de campagneweek de leerlingen van Het Streek ‘opsporingsbewuster’ heeft gemaakt, dan wordt ”Hero of Zero” mogelijk landelijk ingezet.
Burgers
Jongeren melden zich volgens Van Leijenhorst niet zo vaak met een tip of een getuigenverklaring bij de politie. „Van alle aangehouden verdachten van misdrijven wordt 85 procent op heterdaad betrapt. In twee van de drie gevallen gebeurt dat met hulp van burgers. Meestal zijn dat geen jongeren. Er zijn niet veel tieners die de Burgernet-app op hun mobieltje hebben staan.”
„Burgernet, burgerparticipatie, woorden die met ”burger” beginnen zijn voor jongeren iets voor volwassenen”, aldus Van Leijenhorst. „Terwijl ze toch de politie van dienst zouden kunnen zijn. Ze kunnen ’s morgens vroeg iets hebben gezien of gehoord bij het bezorgen van kranten, onderweg naar school of in het winkelcentrum, of in de nachtelijke uren tijdens het stappen. Via klasgenoten, vrienden, sportgenoten of sociale media vernemen ze soms iets van strafbare feiten die gepleegd zijn of gaan worden.”
Bernard van den Broek, een van de deelnemers aan ”Hero of Zero”, heeft nog nooit wat verdachts opgemerkt dat voor de politie interessant zou zijn. „Ik weet ook niet goed wanneer je wel of niet 1-1-2 kunt bellen. Misschien denk ik in zo’n situatie wel: Laat ik me er maar niet mee bemoeien.” Nienke van der Wal, die in hetzelfde groepje staat na te praten over de ontmaskering van de overvaller: „Als ik met vriendinnen door een winkelstraat loop en iets vreemds zie –als ik er al op let– denk ik eerder: Wat raar, ach, dat zal wel zo horen. Dan bel ik niet direct de politie.”
Nieuwe informatie
Gedurende de afgelopen week kregen de leerlingen steeds nieuwe informatie aangereikt, waarmee zij uiteindelijk de dader zouden kunnen identificeren: de 1-1-2-melding, het proces-verbaal, verklaringen van het personeel van het ‘overvallen’ tankstation en getuigen, resultaten van forensisch onderzoek en verder recherchewerk. Via verschillende kanalen, waaronder Facebook, een website en video’s werden de deelnemers op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen. Zo zou de overvaller volgens een eerste verklaring een tatoeage op zijn of haar linkerhand hebben, later bleek dat bloed te zijn.
„Het was heel logisch om bij de juiste dader uit te komen, maar dan moest je wel op alles letten”, zegt Bernard van den Broek. Daan Korssen valt hem daarin bij. „Je moest vooral ook informatie goed combineren. Bij het forensisch onderzoek was bijvoorbeeld een zeer lage dosis van twee pigmenttypes in de gevonden haren aangetroffen. Daaruit kon je afleiden dat de haarkleur blond moest zijn.”
Van de 500 leerlingen leverden er 200 gisterochtend een signalementenlijstje in. Rector Wilfred Nep van Het Streek: „De meesten zaten op het goede spoor.”