Welby deed zijn uitspraken vrijdag in de Spectator, een conservatief weekblad. Volgens Welby „keert het tij” van de kerkverlating. „We zien veel kerken groeien. (…) Meer dan ooit sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog zien we dat kerken ertoe doen in de samen­leving.”

Welby vindt dat het christendom in het Verenigd Koninkrijk geen ondergeschikte rol speelt. Te midden van alle verschillen in de samen­leving geloven christenen „in een soeverein God. We hebben alle vertrouwen in de overwinning van God, die we zien in de overwinning van het kwaad door de gebeurtenissen aan het kruis, bij de opstanding en de hemelvaart.”

De uitspraken van de aarts­bisschop komen op een bijzonder moment. Maandag presenteerde een commissie een rapport over religie in de openbare ruimte. Daarin werd gesteld dat het Verenigd Koninkrijk niet langer beschouwd kan worden als een christelijk land. De rapporteurs waren bovendien kritisch over de betrokkenheid van de Anglicaanse Kerk bij het Britse Hogerhuis.

Volgens Welby moet de kerk zich richten op het benadrukken van het belang van het christelijk gezin en voorzien in werken van christelijke barmhartigheid in de samenleving.

De kerkleider stelde een tegenstander te zijn van het homohuwelijk. Tegelijk meent Welby dat de kerk in het verleden veel schade heeft veroorzaakt door de wijze waarop met dit onderwerp is omgegaan. Een homorelatie mag geen reden zijn voor verwijdering tussen mensen, zo stelde Welby.