„Jonge vmbo-leerling moet kunnen werken”
Jonge leerlingen van 14 en 15 jaar die hun draai niet kunnen vinden op het vmbo en dreigen af te haken, zouden betaald werk moeten kunnen doen.
Werk is een goede remedie tegen drop-outs. Dat is niet alleen goed voor die leerlingen, maar ook voor het vmbo.
De Leerplichtwet moet wel worden aangepast, want nu staat deze wetgeving betaald werk pas toe bij zestienjarigen.
Dat stelde prof. J. Peters, hoogleraar onderwijskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen, zaterdag tijdens een discussie over de toekomst van het vmbo. Het debat vond plaats vanwege kritiek die Peters recent uitte op het vmbo.
Peters verdedigde toen de stelling dat het vmbo in Nederland een „zinkend schip” is. Dat leidde tot een golf aan publiciteit over de situatie in het vmbo, een schooltype met 600.000 leerlingen.
Volgens Peters is het vmbo er in zijn vierjarig bestaan niet in geslaagd gestelde doelen, zoals uitval van leerlingen voorkomen, een betere doorstroming en aansluiting op het beroepsonderwijs, te halen.
Ook de integratie van groepen met een achterstand is volgens de hoogleraar mislukt.