Studenten blijven bij papa en mama wonen
DEN HAAG (ANP). Studenten gaan steeds minder op kamers wonen. Het aantal achttienjarigen dat naar een andere gemeente verhuisde, lag tussen juli en oktober een kwart lager dan in dezelfde maanden vorig jaar. Voor de hele groep tussen 17 en 22 jaar was het 15 procent minder dan vorig jaar.
Dat meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek vrijdag. De dienst heeft geen onderzoek gedaan naar de oorzaak, maar de daling valt precies samen met de invoering van het nieuwe leenstelsel, zegt Jan Latten, hoofddemograaf van het CBS en hoogleraar Sociale Demografie aan de Universiteit van Amsterdam. Het leenstelsel is ingegaan na de zomervakantie, bij het begin van het collegejaar. De basisbeurs is niet langer een gift, maar een lening. Studenten krijgen 35 jaar de tijd om die af te lossen.
De daling van het aantal studenten op kamers is opvallend, omdat het aantal eerstejaarsstudenten gelijk is aan vorig jaar. Bovendien verhuisden in alle andere leeftijdsgroepen juist meer mensen naar een andere gemeente, mede dankzij het herstel van de economie. Zo verhuisden er meer 0- tot 16-jarigen en meer 22- tot 35-jarigen. Latten: „Dat zijn de gezinnen, die een huis hebben gevonden, de starters. De stijging was het grootst bij mensen tussen 35 en 65.” Maar ook 65-plussers verhuisden meer dan vorig jaar.
Als het leenstelsel inderdaad de oorzaak is en dat systeem niet verandert, dan verwacht Latten dat het aantal jongeren dat ‘hotel mama’ verlaat, ook volgend jaar op het lagere niveau blijft.
Linde de Nie, voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg, verwachtte „dat studenten keuzes moeten maken nu zij er financieel flink op achteruit zijn gegaan, maar dit zijn schokkende cijfers voor het eerste jaar sinds de invoering van het leenstelsel.” De Nie vindt het zonde „dat veel studenten niet meer de vrijheid hebben in de keuze thuis of op zichzelf te wonen. Het mag uiteindelijk niet zo zijn dat studenten niet meer kunnen gaan studeren omdat zij de huur niet kunnen betalen en/of te ver weg van een instelling wonen.” Ze pleit daarom voor het behouden van de OV-studentenkaart in zijn huidige vorm. „Dat is een absolute voorwaarde om de toegankelijkheid, die nu al sterk onder druk is komen te staan, te waarborgen.”
Alle universiteitssteden merkten de daling. Zo registreerde Delft 40 procent minder 17- tot 22-jarigen die in de stad zijn komen wonen. In Groningen, Maastricht en Nijmegen daalde het aantal nieuwkomers met een kwart. De twaalf steden ontvingen bij elkaar ruim 21.000 nieuwkomers in die leeftijdsgroep, terwijl dat er vorig jaar ruim 27.000 waren. En ook naar gemeenten met een hbo-instelling verhuisden minder jongeren.