De vraag naar vliegreizen zit dit jaar sterk in de lift. Dat is mede te danken aan verbeterde economische omstandigheden in veel landen. De lagere olieprijzen helpen de luchtvaart op twee manieren. Ze drukken niet alleen de kosten, maar helpen ook de ticketverkopen vooruit. Consumenten zijn minder geld kwijt aan benzine en energie, en houden daardoor meer over om met het vliegtuig op vakantie te gaan.

Meer dan de helft van de winst komt dit jaar voor rekening van Noord-Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen. Zij profiteren het meest van de sterk gedaalde brandstofprijzen. Voor concurrenten in bijvoorbeeld Europa wordt dat effect deels teniet gedaan doordat de euro sterk in waarde is gedaald ten opzichte van de dollar, de munt waarin brandstof moet worden afgerekend.

IATA-directeur Tony Tyler sprak van een „goednieuwsverhaal”, maar waarschuwde wel voor gemakzucht omdat de marges nog altijd erg dun zijn. „Wij moeten genieten van de gunstige marktomstandigheden zolang ze duren”, zei hij. „Maar het zou een vergissing zijn eraan gewend te raken.”