Marinier moet lefbalk trotseren bij toelating tot Marsof
Je zou er pijn in de maag van krijgen. Van pakweg 70 meter hoogte stort een marinier de diepte in. Aan een touw. Een paar keer zwiert hij heen en weer in het luchtledige. Als de pendule van een klok.
De marinier, die in augustus door de lucht zweefde, heeft een duidelijk doel voor ogen. Hij wil een plek bemachtigen bij de Maritime Special Operations Forces (Marsof), de elite-eenheid van het Korps Mariniers. Maar dan moet hij wel aan een reeks eisen voldoen. Fysiek en mentaal.
In een selectieronde van drie weken worden jaarlijks tientallen operationele mariniers getest op hun geschiktheid voor Marsof. Kunnen ze een stootje hebben? Zijn ze onverschrokken? Hoogtebestendig?
De pendulesprong vindt plaats in het dok op een werf in de marinehaven van Den Helder. Daar moeten de mannen bijvoorbeeld ook van grote hoogte aan een lijn afdalen en een touwladder beklimmen. De mariniers wacht ook het zogeheten lefbalkje. Op 80 meter hoogte. Onder de stalen balk, 10 meter lang en een schoen breed, gaapt de diepte. Vergelijk het met een plank boven een ravijn.
Uiteraard is de marinier op het lefbalkje gezekerd aan een veiligheidskabel vlak boven hem. Die kabel mag hij echter niet vastpakken. Als een marinier toch de kabel boven hem beetpakt, grijpen twee instructeurs in. Gelijktijdig roepen ze: „Laat los die lijn!”