SGP’ers aan de Arabische thee in Gouda
Van der Vlies onder de discolichten in een Marokkaanse jeugdsoos en Van der Staaij tussen allochtone moeders die de Nederlandse taal leren. Geen alledaagse taferelen vrijdag in Gouda, waar de SGP-Tweede-Kamerfractie zich op de hoogte stelde van de plaatselijke aanpak van de integratieproblematiek. Fractieleider Van der Vlies: „In de Kamer zitten we midden in de debatten hierover. We moeten ons hier ter plekke op de hoogte stellen om beslagen ten ijs te komen.”
Een zilveren blad met glaasjes mierzoete Arabische thee gaat rond. Onverstoorbaar verorberen de heren SGP’ers, op één na strak in het pak, Marokkaanse broodjes. De mannenbroeders zitten op z’n minst in een wat ongebruikelijke omgeving. Fraai bewerkte tegeltjes sieren de wand en ook de zithoek met blauw-gele kussens doet oosters aan. De plaatselijke SGP-fractievoorzitter, De Wit, is in een geanimeerd gesprek verwikkeld met twee gesluierde dames en enkele heren. Is dit integratie?
Samen met Goudse SGP-raadsleden bezocht de tweekoppige kamerfractie van de staatkundig gereformeerden vrijdag Gouda. De heren verdiepten zich in de manier waarop de stad omgaat met onder anderen Marokkaanse jongeren. De Noord-Afrikanen vormen de grootste groep allochtonen in de stad. In de achterliggende jaren zorgde dit regelmatig voor problemen. Het resulteerde onder meer in de start van een buurtvadersproject, waarin raddraaiers door ouderen uit hun eigen bevolkingsgroep terecht worden gewezen. Ook opende een ontmoetingscentrum in de wijk Oosterwei de deuren en werd jongerensoos Alouan opgericht. Bij de laatste twee gelegenheden gingen de politici vrijdag op bezoek.
Het bezoek begint ’s morgens om halfelf in de voormalige Anne Frankschool in de wijk Oosterwei. De vroegere basisschool wordt inmiddels voor diverse doeleinden gebruikt. Zo is er niet alleen een fysiotherapeut in gevestigd, maar ook een ontmoetingscentrum voor Marokkanen. Behalve voor sociale contacten kunnen mensen er terecht voor taallessen. Van die mogelijkheid wordt onder anderen gebruikgemaakt door allochtone vrouwen die vaak al langere tijd in Nederland wonen. Sommigen komen nauwelijks buiten de deur, omdat hun man dit verbiedt. De taallessen bieden hun echter de mogelijkheid te leren hun zegje te doen in het Nederlands. Op straat, in een winkel of bij de dokter.
’s Middags zijn de politici te gast bij Alouan, „het Marokkaanse woord voor veelkleurigheid”, aldus directeur Huug van Ooijen. Alouan is een welzijnsorganisatie, gevestigd aan de rand van het Goudse stadscentrum. Het merendeel van de jonge bezoekers is afkomstig uit de Marokkaanse bevolkingsgroep, alhoewel het beleid erop gericht is ook jongeren te trekken uit andere geledingen van de samenleving. De SGP’ers krijgen bij Alouan een heuse Marokkaanse maaltijd aangeboden met allerlei lekkernijen. Daarna is het tijd om in gesprek te gaan met jongerenwerkers.
Als er één punt is waarop de „orthodoxe christenen”, zoals Van der Vlies zijn achterban omschrijft, en moslims elkaar kunnen vinden is het wel dat integratie van minderheden niet betekent dat moslims zaken zoals het homohuwelijk en een vrije seksuele moraal moeten accepteren. Toch leven er over en weer ook zo de nodige vragen. Van der Staaij: „Remt de islam integratie?” „Nee”, reageert een Marokkaanse jongerenwerkster. „Je moet cultuur en godsdienst niet verwarren. In de islam staan respect en gelijkwaardigheid centraal. Dat is bij christenen toch ook zo?”
Het probleem is, aldus de gesluierde jongerenwerkster, dat iedereen de term integratie anders uitlegt. „Neem mij. Ik vind dat ik uitstekend ben geïntegreerd. Ik spreek Nederlands, heb een goede opleiding gehad, heb een baan en een huis. Maar Nederlanders zien mij met mijn hoofddoek en denken: Daar heb je weer zo’n buitenlander.” Een ander: „Marokkanen worden snel over één kam geschoren. Maar het beeld dat het allemaal raddraaiers zijn klopt niet. Toch wordt we daar altijd mee geconfronteerd. Daar word ik wel eens moe van. Maar dat hebt u misschien ook wel als u voor de zoveelste keer een opmerking hoort over het vrouwenstandpunt van de SGP.”
Na afloop kan fractievoorzitter Van der Vlies terugzien op een nuttig bezoek. „Veel dingen die we gezien hebben waren nieuw voor mij. Het is goed om kennis te nemen van wat deze mensen beweegt. Dat gebeurt naar mijn indruk in de SGP-achterban te weinig. Als fractie willen wij ons er verder in verdiepen, zonder onze eigen identiteit op het spel te zetten. Uiteindelijk zijn onze godsdienstige opvattingen totaal verschillend.”