Oostenrijkse dirigent Harnoncourt (86) stopt
De Oostenrijkse dirigent Nikolaus Harnoncourt stopt ermee. Hij kondigde zondag 6 december op zijn 86e verjaardag het einde van zijn actieve loopbaan aan.
„Mijn fysieke krachten gebieden mij af te zien van mijn plannen voor de toekomst”, schreef de in Berlijn geboren orkestleider in een korte openbare brief aan zijn publiek.
Oorspronkelijk had Harnoncourt zaterdag- en zondagavond nog een Bachprogramma willen dirigeren. Het is nog niet duidelijk wie zijn komende geplande concerten en projecten gaat overnemen. „Tussen ons op het podium en u in de zaal heeft zich een ongewoon diepe relatie opgebouwd, we zijn een enthousiaste gemeenschap geworden”, concludeert de gevierde dirigent in zijn handgeschreven brief. Tientallen jaren waren het podium en de orkestbak zijn koninkrijk, schreef het Oostenrijkse persbureau APA.
Harnoncourt werkte ook geregeld met het Koninklijk Concertgebouw Orkest (KCO). Voor het eerst was dat in 1975. Later leidde hij een aantal „spectaculaire” operaproducties in Amsterdam, waaronder Mozart’s ”Da Ponte”-opera. In de loop der jaren breidde hij zijn repertoire gestaag uit van Haydn, Beethoven en Schubert naar Schumann, Brahms, Dvorak, Smetana, Bruckner en Berg en Gershwin. Hij werd in 2000 benoemd tot ere-gastdirigent van het KCO en bleef het orkest bijna jaarlijks bij meerdere concerten leiden.
De dirigent deed ook gastoptredens met de Berliner Philharmoniker, de Wiener Philharmoniker en het Chamber Orchestra of Europe. Hij leidde operaproducties in La Scala in Milaan, de Opera van Zürich en de Weense Staatsopera. Daarnaast gaf Harnoncourt les aan het Mozarteum in Salzburg.
In Nederland werd de Weense musicus aanvankelijk vooral bekend door zijn connecties met oudemuziekspecialist Gustav Leonhardt. Samen met zijn vrouw, de violiste Alice Hoffelner, speelde Harnoncourt begin jaren 50 als cellist in het Leonhardt Baroque Ensemble. Dat gezelschap stelde zich ten doel de cantates van Bach uit te voeren op historisch verantwoorde manier.
In diezelfde tijd richtten de Harnoncourts in hun huiskamer in Wenen het gezelschap Concentus Musicus Wien op. Ook dat orkest hield zich bezig met de authentieke uitvoeringspraktijk. De gezelschappen van Leonhardt en Harnoncourt sloegen begin jaren 70 de handen ineen voor een gezamenlijk project: het opnemen van alle cantates van Bach. In 1990 was deze immense klus geklaard.
Lees ook: Weense dirigent Nikolaus Harnoncourt viert 85e verjaardag