„Etnische zuiveringen in Kosovo”
Een hoge commandant van de NAVO heeft het jongste geweld in de Servische provincie Kosovo als „etnische zuiveringen” omschreven.
Gregory Johnson, verantwoordelijk voor de troepen in Zuidoost-Europa, repte eerder al van „georganiseerd” geweld door etnische Albanezen tegen de Servische minderheid in de regio.
Johnson voerde vrijdag in de Kosovaarse hoofdstad Pristina overleg met functionarissen van de Verenigde Naties, die Kosovo al sinds 1999 als een soort protectoraat besturen. Het etnische geweld in Kosovo heeft tot dusver aan zeker 32 mensen het leven gekost. Meer dan 500 mensen raakten gewond.
De NAVO geeft in Kosovo leiding aan de internationale stabilisatiemacht KFOR, die uit 17.500 manschappen bestaat. Vrijdag werd duidelijk dat er zeker 2000 extra militairen naar de provincie gaan. Zij komen uit Groot-Brittannië, Duitsland, Italië en de VS. De aangedikte troepenmacht moet nu samen met 9000 Servische en VN-agenten de orde herstellen.
Als aanleiding voor het jongste geldt een incident in de etnisch verdeelde stad Mitrovica, waar dinsdag enkele Albanese kinderen verdronken. Volgens de geruchten hadden Serviërs de kinderen met honden opgejaagd. Het voorval, waarover de wildste geruchten de ronde doen, leidde ertoe dat gewapende etnische Albanezen naar Servische enclaves optrokken.
In de provincie zijn talrijke Servische huizen platgebrand. Ook Servisch-orthodoxe kerken en kloosters werden vernield door boze Albanezen, die overwegend de islam aanhangen. In de rest van Servië leidde het geweld in Kosovo tot woede. Mensen vernielden onder meer moskeeën en staken ze soms in brand. In Belgrado gingen vrijdag circa 10.000 mensen de straat op om onder aanvoering van premier Kostunica te ageren tegen het etnisch Albanese geweld.
Servische bronnen maakten vrijdag melding van regelrechte doodsbedreigingen aan het adres van Servische burgers in Kosovo. Sommigen zouden van Albanese bendes tien minuten de tijd hebben gekregen om hun huis te verlaten. Weigeraars zouden ter plekke worden gedood, zo verluidde het.
De NAVO bombardeerde Servië in 1999 juist om te voorkomen dat Serviërs etnische zuiveringen onder Albanezen in Kosovo aanrichtten. De Servische militairen werden Kosovo uitgedreven en in hun kielzog verlieten ook 20.000 Serviërs de provincie na aanvallen van gewapende etnische Albanezen. De Serviërs die in Kosovo achterbleven, vinden dat de internationale gemeenschap sindsdien geen enkel oog voor hun noden meer heeft. Ze voelen zich stelselmatig gekleineerd en gediscrimineerd door zowel het VN-bestuur als de Albanese meerderheid.