Utrecht krijgt monument spoorwegslachtoffers
In Utrecht staat vanaf 16 april een monument ter herdenking van alle spoorwegslachtoffers die ooit in Nederland zijn gevallen.
Het beeld komt in Park Nieuweroord, vlak bij het hoofdkantoor van de NS en op een steenworp afstand van kilometerpunt nul van het landelijke NS-treinennet. Dat heeft een zegsman van de NS vrijdag bekendgemaakt.
Het eerste pleidooi voor een monument voor spoorwegslachtoffers kwam in 2001 van E. Kamerbeek uit Rhenen. Zij verloor haar vader bij de grootste treinramp die Nederland ooit trof, de frontale treinbotsing in 1962 in Harmelen. Daarbij kwamen bijna honderd mensen om het leven. Kamerbeek wilde een monument voor die slachtoffers, maar ving in eerste instantie bot bij de NS.
Het spoorbedrijf veranderde echter van gedachten, mede door de tientallen verzoeken die het volgens zegsman M. Huebers jaarlijks krijgt van nabestaanden van spoorwegslachtoffers, die een gedenkteken willen oprichten bij de plek waar hun familielid om het leven kwam. Volgens Huebers willigt de NS dergelijke verzoeken nooit in, omdat een gedenkteken in de buurt van het spoor te gevaarlijk is en omdat de NS wil voorkomen dat machinisten aan ongevallen herinnerd worden.