Kabinetsplan WAO is keihard voor arbeidsongeschikten
De WAO zou inkomenszekerheid moeten bieden aan alle werknemers die ernstig beperkt zijn geraakt in hun mogelijkheden om met werk een inkomen te verdienen, dus ook aan tijdelijk of gedeeltelijk arbeidsongeschikten, vindt Ynske Jansen.
Ondanks de krantenkoppen is er weinig soepels aan het plan voor de WAO waarmee de ministerraad heeft ingestemd. De oorspronkelijke plannen van minister De Geus waren zo extreem dat een kleine aanpassing al snel een versoepeling mag heten. Maar in werkelijkheid worden arbeidsongeschikten keihard getroffen.
Volgens het plan krijgen alleen volledig arbeidsongeschikten die geen enkele kans hebben op herstel binnen vijf jaar, de zogenoemde ”volledig en duurzaam arbeidsongeschikten”, een WAO-uitkering. Uitgangspunt hierbij is dat er niet meer dan 25.000 nieuwe WAO’ers per jaar bij mogen komen.
Ik vind dit uitgangspunt volstrekt onjuist. De WAO zou inkomenszekerheid moeten bieden aan álle werknemers die door gezondheidsproblemen ernstig beperkt zijn geraakt in hun mogelijkheden om met werk een inkomen te verdienen, dus ook aan tijdelijk of gedeeltelijk arbeidsongeschikten.
Natuurlijk moet gestreefd worden naar een zo laag mogelijk aantal arbeidsongeschikten. Maar dat mag niet leiden tot afschaffing van de sociale zekerheid voor mensen die daadwerkelijk arbeidsongeschikt zijn. In de plannen van de regering (en ook in die van de SER) gebeurt dat echter wel.
Onzekere voorspelling
Het kabinet wil het aantal volledig en duurzaam arbeidsongeschikten, en daarmee het aantal WAO-uitkeringen, beperken door alleen diegenen als duurzaam arbeidsongeschikt te beschouwen die volgens statistieken geen kans op herstel binnen vijf jaar hebben.
Betrouwbare gegevens over het verloop van arbeidsongeschiktheid per diagnose zijn op dit moment echter niet eens beschikbaar. De kans dat de gevolgen en het verloop van ziekte in werkelijkheid zullen afwijken van statistische voorspellingen is bovendien zeer reëel, zoals tot nu toe door alle deskundigen is bevestigd. En dat zal in de praktijk leiden tot schrijnende situaties voor mensen die niet kunnen werken maar toch geen WAO krijgen.
Weliswaar zegt het kabinet dat, als later blijkt dat iemand inderdaad niet herstelt, hij alsnog een WAO- uitkering kan krijgen. Maar wat betekent dit in de praktijk? Eerst je huis verkopen, je kinderen muziekles, sport en vakanties afnemen en vijf jaar lang op of beneden het minimum leven, en dan alsnog WAO?
Een stelsel waarin het recht op een WAO-uitkering afhangt van een onzekere prognose zal per definitie tot dergelijke onrechtvaardige situaties leiden. Daarom moet niet de prognose, maar de werkelijke arbeidsongeschiktheid bepalend zijn voor het recht op een WAO-uitkering.
Beneden bijstandsniveau
Voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten en voor volledig arbeidsongeschikten wier arbeidsongeschiktheid als niet-duurzaam wordt ingeschat, is niet eens een inkomen op bijstandsniveau gegarandeerd. Arbeidsongeschikten zonder werk kunnen een uitkering krijgen van 70 procent van het minimumloon, vermenigvuldigd met het arbeidsongeschiktheidspercentage, zoals al was afgesproken in het najaarsakkoord tussen kabinet, werkgeversorganisaties en vakbonden. Bij een arbeidsongeschiktheidspercentage van 45 procent zal deze uitkering naar schatting netto zo’n 340 euro per maand bedragen.
Alleen wie werk heeft en daarmee voldoende verdient, krijgt recht op een aanvullende uitkering, te vergelijken met de huidige WAO voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten. Maar er is geen enkele garantie dat werkgevers functies aanbieden die zijn aangepast aan de, vaak vergaande, beperkingen van arbeidsongeschikte werknemers. Werkgevers hebben veel liever gezonde werknemers, zo blijkt ook uit onderzoek naar de positie van arbeidsgehandicapten op de arbeidsmarkt, uitgevoerd in opdracht van de Commissie Werkend Perspectief, die was ingesteld doorminister de Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De inkomensbescherming voor de niet-duurzaam volledig arbeidsongeschikten en de gedeeltelijk arbeidsongeschikten is naar mijn mening volstrekt onvoldoende. Wie minder dan 35 procent arbeidsongeschikt is, heeft zelfs nergens recht op.
Herkeuring
De huidige arbeidsongeschikten mogen blij zijn dat het nieuwe stelsel niet voor hen zal gaan gelden, maar er is geen reden voor grote opluchting. Ook hun uitkering wordt bedreigd, namelijk door de geplande herkeuringen volgens strengere regels vanaf 1 juli dit jaar. De regering wil hiermee 380 miljoen euro bezuinigen, zo staat in de begroting. De kans is dus groot dat arbeidsongeschikten, zonder dat hun gezondheid is verbeterd en zonder dat ze daadwerkelijk aan het werk kunnen, te maken krijgen met verlies of verlaging van hun WAO-uitkering. Zij kunnen dan bij de gemeente aankloppen voor een bijstandsuitkering, sommigen na eerst hun recht op WW te gebruiken.
Op deze plannen zijn eerder de termen ”keihard” en ”asociaal” van toepassing dan de term ”soepel”. De plannen worden verdedigd met het argument dat WAO’ers beter af zijn met een baan dan met een uitkering. Maar de realiteit is dat werken voor de meeste arbeidsongeschikten eenvoudig niet mogelijk is. Of ze zijn daar vanwege hun slechte gezondheid niet toe in staat, óf ze hebben geen kans op een baan, vanwege het tekort aan aangepast werk.
Als het bieden van perspectief op werk echt voorop zou staan, zou een ingreep in de WAO niet nodig zijn. Het zou dan voldoende zijn om de arbeidsongeschikten die nog kunnen werken door middel van keiharde maatregelen aan aangepast werk te helpen.
De auteur heeft een WAO-uitkering en is voorzitter van de Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid.