Van der Knaap haalt uit naar critici Erik O.
Staatssecretaris Van der Knaap van Defensie heeft vrijdag uitgehaald naar „de spreekwoordelijke stuurlui” die zich zonder kennis van zaken mengden in de discussie over de geweldsinstructies van de mariniers in Irak.
Hij oefende daarbij nauwelijks verhulde kritiek uit op het openbaar ministerie in Arnhem, dat marinier Erik O. nog altijd verdenkt van moord, doodslag, dan wel dood door schuld.
„Opvallend is dat velen die zich in de discussie mengden nog nooit hadden gehoord van een geweldsinstructie, laat staan dat ze wisten wat daar in staat”, zei Van der Knaap tegen ongeveer 160 mariniers die donderdag terug zijn gekomen op hun thuisbasis, de marinierskazerne in Doorn.
De staatssecretaris lijkt daarmee het OM ook tot de „spreekwoordelijke stuurlui” te rekenen. Dat vroeg pas na het schietincident op 27 december, waarbij Erik O. waarschijnlijk een Irakees doodschoot, bij Defensie de geweldsinstructie op.
Van der Knaap prees de mariniers voor de „bereklus” die ze de afgelopen vier maanden in Irak hadden geleverd. PvdA-leider Bos kreeg van de staatssecretaris een impliciete sneer toen hij zei dat de militairen met hun optreden hebben laten zien dat zij „de Iraakse bevolking wél serieus nemen.” Bos riep het kabinet deze week op de missie in Irak niet te verlengen.
De commandant van de mariniers, luitenant-kolonel R. Oppelaar, zei dat het schietincident en de repatriëring van Erik O. naar Nederland „een enorme bevreemding teweeg hadden gebracht” onder zijn manschappen. „Niemand houdt er rekening mee dat je wordt gearresteerd en op zo’n manier wordt afgevoerd. Het was een zeer onplezierige gebeurtenis en een triest persoonlijk drama.”
De manschappen zelf wilden na de hereniging met hun familie op het exercitieterrein van de Van Braam Houckgeestkazerne geen woord kwijt over het schietincident. Een opa van een van de mariniers wilde wel wat zeggen. „Wat het OM heeft gedaan is een beetje min. Het is jammer dat Nederland zo weinig waardering kan opbrengen voor zijn militairen. Er is weinig gevoel voor de prestaties die zij leveren. In Frankrijk, en het Verenigd Koninkrijk, waar ik nu woon, is men veel trotser op zijn militairen.”
De mariniers hebben maandag hun taken overgedragen aan eenheden van de landmacht, die ook voor vier maanden in de provincie al-Muthanna zullen zitten. Het kabinet beslist in april of mei over een verlenging van de missie.