De toestellen worden onder meer ingezet voor vluchten naar zonbestemmingen als Palma de Mallorca, Faro, Palermo en Marrakech. Daarnaast komen belangrijke zakelijke bestemmingen als Kopenhagen en Brussel op het programma te staan. Het gaat in totaal om meer dan honderd vluchten per week.

München is met zo’n 40 miljoen reizigers per jaar de tweede luchthaven van Duitsland. Toch spelen prijsvechters er een betrekkelijk kleine rol. „Wij worden daar in één klap de grootste speler in het lagekostensegment”, zei directeur Mattijs ten Brink van Transavia tegen het ANP.

De Zuid-Duitse metropool heeft volgens de topman alles in huis wat Transavia voor ogen had in zijn zoektocht naar uitbreidingsmogelijkheden. „Het is een belangrijk zakelijk centrum, maar de stad heeft ook in toeristisch opzicht veel te bieden. Een prima aanvulling op ons bestaande netwerk.”

Air France-KLM wil al geruime tijd dat Transavia ook buiten de twee thuismarkten gaat opereren. Met name in Frankrijk stuitten die plannen evenwel op verzet. Het personeel daar vreest dat de werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden in eigen land zullen lijden onder dergelijke buitenlandse avonturen.

De kwestie was de hoofdreden voor de piloten van Air France om in het najaar van 2014 twee weken lang te staken. Dat kostte de luchtvaartgroep, die financieel toch al in zwaar weer verkeerde, bijna een half miljard euro. De uitbreidingsplannen verdwenen in de kast, maar werden eerder dit jaar toch weer afgestoft.

De nieuwe vestiging in München wordt mede daarom vanuit Nederland bestuurd. „Hier zijn wij zover, ook met de vakbonden, dat we deze stap zelf kunnen zetten”, aldus Ten Brink. Er volgen volgens de topman meer buitenlandse bases. Behalve aan Duitsland denkt Transavia daarbij aan Italië, Spanje en Portugal.

Ook in Nederland neemt de capaciteit van Transavia volgend jaar toe. De expansie in het buitenland verandert daar niets aan, benadrukte Ten Brink. „Het mag nooit ten koste gaan van de groei in eigen land”, zei hij.