Na de aanslagen van 13 november in Parijs, waarbij 130 mensen om het leven kwamen, hebben verschillende socialistische ministers en conservatieve en rechtse oppositieleiders gezegd dat armoede of discriminatie geen excuus kan zijn voor geweld. Maar de nadruk in het debat verschuivend stelt Macron: „Uitsluiting is een feit van het leven in Frankrijk. Ik zeg niet dat dit verklaart of excuseert wat er is gebeurd, maar wel dat jonge mensen die zijn geradicaliseerd, vaak geen vertrouwen meer hebben in de samenleving”.

Ten minste vier van de schutters die mensen in cafés, restaurants en een concertgebouw doodschoten, zijn Franse burgers. Sommigen kwamen uit een achterstandswijk in Brussel.

Collega-minister Ségolène Royal zei in reactie op eerdere opmerkingen over de kwestie het sterk oneens te zijn met commentaren die moordenaars vrijpleiten. „De aanslagen waren een schok, er is geen noodzaak daar een schuldvraag aan op te hangen. Er is absoluut geen behoefte aan uitspraken als deze”, zei de minister van Energie en Milieu tegen iTELE-televisie.

Maar volgens Macron faalt het Franse republikeinse systeem als sollicitanten met een islamitische voornaam vier keer minder kans maken op een sollicitatiegesprek, daarbij verwijzend naar een studie uit oktober van het Institut Montaigne.

Hij voegde eraan toe dat de politieke elite een gedeelde verantwoordelijkheid heeft voor de uitsluiting van jonge moslims. „We moeten een plek bieden voor iedereen, ook dat is broederschap.” Macron: „ Er is geen behoefte aan zelfkastijding, maar de verantwoordelijkheid van elke politieke leider is te begrijpen en uit te leggen. Begrijpen is niet hetzelfde als verontschuldigen of rechtvaardigen.”