Classis roept cgk Zwolle op homobesluit te herroepen
De kerkenraad van de christelijke gereformeerde kerk in Zwolle bezint zich momenteel op zijn eerder genomen besluit om homofielen die samenleven met iemand van hetzelfde geslacht als broeders en zusters in volle rechten te blijven erkennen. Wat onder meer inhoudt dat zij mogen deelnemen aan het heilig avondmaal.
De classis Zwolle heeft de Zwolse kerkenraad tijdens haar laatstgehouden vergadering, op 18 februari, opgeroepen zijn besluit te heroverwegen en te herroepen. Tegen het besluit was op de najaarsclassis, vorig jaar oktober, een appèl binnengekomen.
De najaarsclassis stelde een commissie in met de taak de zaak te onderzoeken. Deze sprak met de kerkenraad en de appellanten. Vervolgens onderzocht zij wat er binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken is verschenen aan bezinning en besluitvorming over dit onderwerp. Op basis hiervan bracht zij een rapport met een advies uit, dat tijdens de laatstgehouden voorjaarsvergadering is besproken.
In dit rapport neemt de commissie een aantal conclusies over uit een studierapport van de particuliere synode van het oosten uit 1986. Hierin wordt onder meer gesteld dat „een homofiele relatie niet kan stoelen op enig gegeven uit de Schrift inzake goddelijke instelling, goddelijk gebod of goddelijke belofte.” Verder staat erin dat „de kaders waarin de Heilige Schrift spreekt over homoseksualiteit, duidelijk negatief zijn. Het wordt verboden, het is een gruwel, het is als tegennatuurlijk in strijd met Gods instelling.”
Met een ruime meerderheid van stemmen verklaarde de classis het appèl gegrond. Met klem dringt zij er bij de kerkenraad van Zwolle op aan een nieuw besluit te nemen, met inachtneming van wat door de classis is overwogen.
Ds. W. J. Quist, een van de drie predikanten van de christelijke gereformeerde kerk van Zwolle, zegt desgevraagd: „Het besluit van de kerkenraad was om integer samenlevende homofielen net zo goed als anderen te blijven erkennen als broeders en zusters in volle rechten. Dit houdt ook in dat de avondmaalstafel voor hen niet is gesloten. De classis denkt daar anders over. Nu moeten we het besluit van de classis confronteren met onze eigen opvattingen.” De predikant geeft aan achter het kerkenraadsbesluit te staan, maar spreekt tevens van een dilemma. „Als een classis zegt dat dit besluit niet kan, moeten we dat heel serieus nemen. Op dit moment liggen alle opties nog open.”
Zes jaar geleden kaartten gemeenteleden de positie van homoseksuelen al aan. In de tussenliggende tijd heeft de kerkenraad zich hierop bezonnen. Ds. Quist: „Je hebt ermee te maken en zoekt een verantwoorde manier om ermee om te gaan.” Bijbelse noties waren volgens de predikant in de bezinning bepalend, „maar er staat meer in de Bijbel dan het classisbesluit aangeeft.” Hij voegt eraan toe dat in orthodox-protestantse gemeenten in toenemende mate genuanceerd wordt gedacht over deze materie.
Ds. A. A. Egas, preses van de classis Zwolle, zegt in een reactie niet op het komende kerkenraadsbesluit vooruit te willen lopen. „De classis heeft een dringend beroep op de kerkenraad gedaan. Ik ga ervan uit dat de kerkenraadsleden het classisbesluit serieus overwegen en dat zij het, als het niet in strijd is met Gods Woord, voor waar en bondig houden.”
De predikant is van mening dat de Zwolse kerkenraad „op consciëntieuze wijze” een afweging heeft gemaakt, „met oog voor de grote pastorale nood op dit vlak. Maar hoeveel begrip wij daar ook voor hebben: inhoudelijk kunnen wij er niet achter staan. Het is niet de weg die Gods Woord wijst. Dat vertelt duidelijk dat de homoseksuele praktijk een zonde is. Die zonde moet benoemd worden. Homofielen die samenleven met iemand van hetzelfde geslacht mogen niet aan het avondmaal deelnemen.” De classis ziet op dit punt volgens hem maar één bijbelse uitleg.
Ds. Egas ziet in verschillende gemeenten een verschuiving optreden. „Er is bezinning gaande over het pastoraat rondom homoseksuelen. Het feit dat Zwolle dit besluit nam, geeft al aan dat er in die bepaalde richting gedacht wordt. Dat vervult mij persoonlijk met grote zorg.”