Opinie

Thijs van Vliet (1945-2015): wat Gods genade vermag

Hij zou het niet hebben gewild dat er in de krant over hem werd geschreven. Toch doe ik het. Niet om deze eenvoudige en bescheiden man op het schild te heffen. 
Met welk doel dan wel? Om te vertellen 
wat Gods genade vermag. Soli Deo 
gloria!

ds. J. M. J. Kieviet
28 November 2015 09:33Gewijzigd op 15 November 2020 23:41

Thijs van Vliet woonde in het Groene Hartdorp Ter Aar. Man van een lieve vrouw. Vader van twee zonen. Trotse opa van zes kleinkinderen. In het dagelijks leven is hij vrachtwagenchauffeur geweest. En ook ouderling van de kleine Christelijke Gereformeerde kerk van Rijnsaterwoude, een dorp enkele kilometers verder. Ambtsdrager, dat was hij heel wat jaren. Met veel liefde en toewijding.

Het was op 28 december vorig jaar, op zondagmorgen. Hij maakte zich samen met zijn vrouw gereed om naar de kerk te gaan. Toen ging er iets mis. Hij viel van de trap en brak zijn nek. Het gevolg was een hoge dwarslaesie. Vanaf zijn nek was hij sindsdien totaal verlamd. Diezelfde dag 
nog werd hij geopereerd. De nekwervels werden vastgezet. Maar de zenuwbreuk 
kon niet worden hersteld. Het bleef zoals het was.

Vanaf die dag begon een periode van pijn, overlast en vermoeidheid. Diverse keren moest hij getransporteerd worden van ziekenhuis naar revalidatiecentrum en terug. Dat waren zware dagen. Om doorliggen tegen te gaan moest hij veel zitten. Dat was erg belastend. Ook allerlei complicaties zijn hem niet bespaard. Een week geleden overleed hij.

De Heere leidde deze broeder in diepe wegen. Maar niet zonder hem daarin te ondersteunen. De Heere leidt Zijn heiligen wonderbaar. Het is ook tijdens dit elf maanden durende ziekbed gebleken. Op de avond van het ongeluk bezocht zijn predikant hem op de intensivecareafdeling. Psalm 73 werd gelezen, de psalm van Asaf met zijn vragen, maar ook met zijn belijdenis aan het slot. Onder tranen fluisterde hij mee: „Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten en mijn deel in eeuwigheid”, daaraan toevoegend: „en dat voor zo één als ik ben…”

Waar ligt het geheim van dit geloof? Het is opmerkelijk dat Thijs in deze elf maanden maar nauwelijks over zijn eigen weg van lijden sprak, maar des te meer over het lijden van Christus. Het was hem een wonder alles wat hem nog was gegeven. Hij had een kussen om op te liggen, maar de Heere Jezus had niets waarop Hij Zijn hoofd kon neerleggen. Hij kreeg water om te drinken, maar de Zaligmaker moest uitroepen: „Mij dorst!” Hijzelf werd met zorg omringd, maar Christus werd door Zijn Vader verlaten. Met verwondering beleed hij dat het zwaarste deel van zijn kruis op Christus was gelegd. Er was, zo vond hij, dan ook geen reden om allerlei klachten te uiten. De Heere zorgde! Hij mocht ervaren dat de Heere betoont dat Hij is, zoals Hij zegt te zijn: ontfermend en weldadig.

Deze periode van ziekte is een periode van getuigenis geweest. In bescheidenheid en vrijmoedigheid. Ze hebben het uit zijn mond gehoord, de artsen en verpleegkundigen, dat er een God in de hemel is. En dat er bij Hem genade voor zondaren is. Als er maar enigszins gelegenheid was, sprak hij met het verplegend personeel over de goedheid van de Heere voor mensen die uit zichzelf naar Hem niet vragen. Veelal betrof het personeel dat aangaf van deze dingen niets te weten. Zijn bed was een preekstoel. Hij vroeg de verpleegkundigen hem uit de Bijbel voor te lezen en sprak daarover met hen. Nog op de dag voor zijn overlijden ging hij een kring van personeel voor in gebed. Het maakte diepe indruk.

Voorafgaand aan de begrafenis las deze week een van zijn zoons een oud gedicht voor. Enkele van de strofen luiden: „Verkeer ik in ’t eenzaam/ met Jezus gemeenzaam,/ dan wens ik niets meer./ En reis ik met and’ren,/ wij troosten malkand’ren/ en loven de Heer’.” „Wat zou mij toch hind’ren./ ’k Zie de uurtjes reeds mind’ren./ Laat 
werelds gedruis/ mijn moed niet verslappen./ Nog weinige stappen,/ en dan ben ik thuis.”

Reageren? welbeschouwd@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer