Naziopenluchttheaters stonden model voor ”muur van Mussert”
LUNTEREN. Nationaalsocialistische openluchttheaters in Duitsland stonden model voor het hagenspraakterrein van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) op de Goudsberg bij Lunteren, in de volksmond bekend als ”de muur van Mussert”.
René van Heijningen, historicus van het instituut voor oorlogs-, holocaust- en genocidestudies NIOD, schrijft dat in het boek ”De muur van Mussert”, dat zaterdag verschijnt.
„Wie de foto’s bekijkt van enkele Thingstätten die na de machtsovername van Hitler in 1933 in Duitsland verrezen, kan de gelijkenis met ”de muur van Mussert” niet ontgaan”, zegt Van Heijningen.
„Des te opmerkelijker is het dat het begrip ”Thingstätte” in alle beschikbare NSB-bronnen die ik raadpleegde, zowel in partijpublicaties als in interne correspondentie, nergens opdook. Een vermelding van het hagespraakterrein als Thingstätte trof ik aan in NSB-correspondentie met een Duitser, niet de minste, Reichsführer-SS Heinrich Himmler, die in 1942 samen met NSB-leider Mussert een bezoek aan het terrein in Lunteren bracht.”
Directe aanleiding voor Van Heijningens boek is de weer opgelaaide discussie over behoud van ”de muur van Mussert”.
Hagenspraken
Het in slechte staat verkerende bouwwerk op recreatiepark De Goudsberg herinnert aan de zes bijeenkomsten, zogenoemde hagenspraken, die de NSB tussen 1936 en 1940 in Lunteren hield. De partijbonzen Van Geelkerken, Rost van Tonningen en Mussert spraken er de samengekomen NSB-leden en -sympathisanten toe.
Lunteren, centraal gelegen in het land, kwam in beeld toen in de NSB behoefte ontstond aan een jaarlijkse partijmanifestatie in de openlucht. Na 1940 zijn in Lunteren geen hagenspraken meer gehouden. Van Heijningen: „Benzineschaarste en daarmee samenhangende vervoersproblemen waren volgens Mussert de redenen. Het spoorwegennet was ontoereikend voor een vlotte organisatie van een massabijeenkomst in Lunteren.”
Van Heijningen pleit voor behoud van ”de muur”. „Het Nederlandse nationaalsocialisme vierde daar zijn hoogtijdagen en daarvan is, 75 jaar na dato, nog steeds iets te zien. Het terrein in Lunteren was het visitekaartje van de NSB. Daar waren Mussert en zijn geestesgesteldheid „misschien het beste te benaderen en te verstaan”, schreef NSB-boerenleider Evert Jan Roskam in 1961 aan Loe de Jong van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie. Verder is de muur een typisch voorwerp van nationaalsocialistische cultuur.”
Collaboratie
Bovendien is er onder de duizenden plaatsen in Nederland ter nagedachtenis aan de Tweede Wereldoorlog –aan de militaire strijd, aan onderdrukking, vervolging en verzet– niet één die verwijst naar collaboratie met de Duitse bezetters, stelt Van Heijningen.
Collaboratie in bredere zin, welteverstaan. „De muur deed voornamelijk dienst in de jaren 30, als decor voor een antidemocratisch geluid in een parlementair-democratisch tijdvak. Alleen de hagespraak van 1940 had plaats onder het Duitse regime. De kiemen voor latere collaboratie waren echter in de jaren daarvoor gelegd. Met de muur blijft ook een verhaal over dat ‘andere Nederland’ van voor en tijdens de Duitse bezetting zichtbaar.”
Ter waarschuwing
In zijn boek beantwoordt de historicus niet de vraag of de muur een ”Denkmal” ter herinnering of een ”Mahnmal” ter waarschuwing moet zijn. „Die discussie laat ik graag over aan de experts. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed heeft gelukkig al aangegeven dat de muur van „hoge cultuurhistorische en monumentale waarde” is. Verder onderzoek naar een moderner monumentenbeleid moet bepalen hoe in de toekomst moet worden omgegaan met fout erfgoed en of de muur alsnog de status van rijksmonument moet krijgen.”