Mailverslaafd? Neem een dagje rust
PIJNACKER. Nederlanders behoren tot de voornaamste mailverslaafden binnen de Europese Unie. Niet minder dan 90 procent met een internetaansluiting zendt en ontvangt regelmatig digitale post, ver boven het Europese gemiddelde (67 procent), blijkt uit Duits onderzoek.
Maar vrijdag kan eindelijk even afstand worden genomen van die gewenning. Deze dag is uitgeroepen tot e-mailloze vrijdag. Volgens de organisatoren niet per se bedoeld om een dagje offline te zijn, wel om je te bezinnen op de dagelijkse overvloed aan berichten die tussen de mailboxen heen en weer worden gekaatst. Dat zijn er al snel tussen de vijftig en de honderd.
„We hebben nog wel even overwogen om net als op een autoloze zondag al het verkeer op de digitale snelweg te ontmoedigen, maar dat is natuurlijk niet haalbaar”, aldus initiatiefnemer Annemiek Tigchelaar, auteur van het boek ”Grip op je e-mail”. „Het is al fijn als er bij de koffieautomaat even bij wordt stilgestaan.”
Samen met zes gelijkgestemden, aangesloten bij de Nederlandse Beroepsvereniging van Professional Organizers (NBPO), besloot Tigchelaar vorig jaar voor het eerst een e-mailloze vrijdag uit te roepen, naar succesvol Amerikaans, Frans en Belgisch voorbeeld. „De eerste keer stond de dag meteen in de top 10 van trending topics op Twitter.”
Ze merkt in haar dagelijkse praktijk dat e-mail een behoorlijke aanjager is van werkdruk. De dagelijkse berichtenstroom veroorzaakt volgens haar soms stress en slapeloze nachten: midden in de nacht plotseling beseffen dat je helemaal vergeten bent om een belangrijk bericht te verzenden.
Tot overspannenheid leidt dat volgens haar niet meteen, maar het speelt wel een rol. „Mensen met een te hoge werkdruk hebben soms ook een volle inbox. Het is een symptoom dat iemand het overzicht en de controle op de werkzaamheden kwijt is.”
De digitale briefjes vragen veel aandacht van de gemiddelde werknemer: circa 30 procent van de werkdag bestaat uit het lezen, archiveren, afdanken of actie ondernemen op e-mails. Daartoe worden ook het zoeken naar documenten, telefoonnummers of e-mailadressen gerekend en het bijhouden van de agenda.
Het controleren van de mailtjes is een dwangmatige bezigheid: zeker tien tot dertig keer per dag wordt de elektronische brievenbus gecontroleerd op pc, laptop, tablet of smartphone. Sommigen maken het nog bonter, zijn bang om iets belangrijks te missen of kijken uit naar een antwoord op een verzonden e-mail. Ook dat veroorzaakt irritatie en onrust.
En nog een voorbeeld van onze mailneurose: elk bericht wordt gemiddeld zes keer bekeken voordat er iets mee wordt gedaan, zoals afgedankt, gearchiveerd of erop gereageerd. Tigchelaar: „Sommigen lezen bij het opstaan eerst hun mail, kijken in de trein nog een keer, vergeten dan iets met die mail te doen en moeten er later nogmaals naar kijken en actie op ondernemen. Allemaal tijdsverspilling.”
Grote ergernissen zijn er ook. Mensen die niet reageren op verzonden mails, collega’s die elkaar niet aanspreken maar –recht tegenover elkaar zittend – mails toesturen, het toezenden van nutteloze cc’tjes zodat iemand ‘gedekt’ is. Of neem het –vaak overbodig– over en weer bedanken.
Ook na twintig jaar van redelijk algemeen gebruik is e-mail een communicatievorm die nog niet echt makkelijk en vlot werkt, stelt Tigchelaar. „Het ideale communicatieplatform is nog niet uitgevonden. Zeker niet als je elkaar ook via WhatsApp suf communiceert met zeventig berichten per dag.”
Een dagje zonder e-mail kan volgens haar daarom als een weldaad aanvoelen. Ze heeft voor de volgende werkdag ná de e-mailloze vrijdag een paar gouden tips voor wat zij noemt „onze irritante e-mailcultuur.” „Minder e-mail versturen, dan krijg je er zelf ook minder. En niet meteen overal bovenop zitten en reageren. Sommige problemen lossen zich vanzelf in de tijd op.”