Rotterdam verdeeld over thuisonderwijs
ROTTERDAM. Het college van Rotterdam gaat veel te ver in zijn acties tegen ouders die kiezen voor thuisonderwijs. Dat hebben de raadsfracties van VVD, NIDA –een islamitische partij–, ChristenUnie-SGP, GroenLinks, Partij voor de Dieren en SP woensdag gezegd.
In een reeks schriftelijke vragen stellen de partijen dat de betrokken ouders ten onrechte in een kwaad daglicht zijn geplaatst, dat hun privacy ernstig is geschaad door het openbaar maken van gegevens en dat ambtenaren hun boekje te buiten gegaan zijn.
„Hoe kan het dat er sprake is van een overtreding, terwijl ouders in eerdere jaren van rechtswege vrijgesteld waren, de wet op dit punt niet gewijzigd is en het derhalve nog steeds de taak van het college is om de wet op dezelfde wijze als voorgaande jaren uit te voeren?” vragen de zes fracties.
Kritische vragen stellen ze ook bij het inschakelen van de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK). Dat is buiten proporties en er is niet de juiste procedure gevolgd, stellen de partijen, die erop wijzen dat het onderzoek door de RvdK ongeveer 100.000 euro gaat kosten, geld dat op andere wijze in het Rotterdamse onderwijs besteed zou kunnen worden.
De ouders onderwijzen hun kinderen thuis omdat er geen school in de buurt is waar ze hun kind naartoe willen sturen. Het gaat om enkele tientallen kinderen. Het Rotterdamse college probeert al geruime tijd hieraan een eind te maken. Staatssecretaris Dekker stelde vorige week dat hij de vrijheid om thuisonderwijs te geven wil inperken door kwaliteitsnormen op te leggen.