Duidelijkheid over bed, bad en brood
DEN HAAG (ANP). Wat moet Nederland met vreemdelingen die zijn uitgeprocedeerd en dus niet mogen blijven? Is Nederland verplicht deze mensen op te vangen tot de tijd dat ze terugkeren naar hun land van herkomst? En zo ja, mogen dan voorwaarden aan die opvang worden gesteld? De Raad van State en de Centrale Raad van Beroep doen daar donderdag uitspraak over.
Er spelen twee verschillende zaken. In het eerste geval gaat het om een vreemdeling die aan staatssecretaris Klaas Dijkhoff van Veiligheid en Justitie onderdak en leefgeld heeft gevraagd (Rijksopvang). De staatssecretaris heeft onderdak aangeboden in een vrijheidsbeperkende locatie onder de voorwaarde dat hij meewerkt aan zijn vertrek uit Nederland. Omdat het verzoek aan de staatssecretaris is gericht, doet de Raad van State hier uitspraak over.
De Centrale Raad van Beroep doet donderdag gelijktijdig, 09.30 uur, uitspraak in zaken van andere uitgeprocedeerde vreemdelingen. Deze mensen hebben niet de staatssecretaris maar de gemeente Amsterdam verzocht hen opvang te bieden (gemeenteopvang). Dat doen ze op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), vandaar dat de Centrale Raad van Beroep in deze gevallen uitspraak doet en niet de Raad van State.
Er is bewust gekozen om in beide zaken gelijktijdig uitspraak te doen. „Dit past bij het belang van rechtseenheid in de uitspraken van de hoogste bestuursrechters van het land”, zo legt een woordvoerster van de Raad van State uit.