Hiermee ondersteunen deze organisaties, die zo’n 50.000 mensen vertegenwoordigen, het nationaal programma op Rotterdam-Zuid. Dat programma moet Zuid er weer bovenop helpen bij onder meer onderwijs, werk, wonen en veiligheid.

Of zo’n programma ook noodzakelijk is voor steden als Brussel en Parijs, waar het zou ontbreken aan saamhorigheid van betrokken bewoners, weet Aboutaleb niet.„Je kunt zoiets niet een-op-een kopiëren, maar er zitten ongetwijfeld elementen in waar onze buren van kunnen leren”, aldus Aboutaleb, die eerder de minister-president van Frankrijk op bezoek had, Manuel Valls, toen hij nog minister van Binnenlandse Zaken was. „Hij was toen erg onder de indruk hoe wij hier de West-Kruiskade hebben opgeknapt. Dat was een ‘no-go area’ waar de politie bij aankomst eerst met de wapenstok werkruimte moest creëren.”

De manier waarop de autoriteiten in Brussel met allochtone jongeren omgaan, wijst hij af. „Brussel heeft altijd uitgeblonken in migrantenjongeren tegen de muur zetten om ze te fouilleren en om identiteitscontroles uit te voeren, maar dat is tegen het zere been van de migrantenjongeren. Hier gebeurt dat alleen als er een redelijk verdenking tegen je is. Vragen over racisme bij de politie negeren wij niet. Dat onderzoeken we en vegen we niet onder het tapijt”, zegt Aboutaleb.

Zijn devies is: neem je bewoners serieus en luister naar ze. „Dat maakt je stad op de lange duur weerbaarder. Biedt ze ook de kwaliteit van de stad aan. Dan zul je zien dat mensen ook gaan staan naar die kwaliteiten van die stad en maken ze daar dus onderdeel van uit.”