Buitenland

Terreurbestrijding is nog lang geen Europese kwestie

APELDOORN. Veiligheid is nog altijd een voluit nationale taak. Dat is vorige week wel gebleken uit de gang van zaken na de terreuraanslagen in Parijs.

23 November 2015 15:08Gewijzigd op 15 November 2020 23:33
De controle aan de EU-buitengrenzen zal scherper worden, zo besloten de veiligheidsministers vrijdagavond.  beeld AFP
De controle aan de EU-buitengrenzen zal scherper worden, zo besloten de veiligheidsministers vrijdagavond.  beeld AFP

De aanslagen waren op de avond van vrijdag de 13e. Op de avond van vrijdag de 20e kwamen de Europese ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie bij elkaar om een antwoord te bespreken.

In tussentijd hadden de ministers natuurlijk wel iets gedaan. In Den Haag kwam op zaterdag direct het veiligheidskabinet bij elkaar. Maar juist dat bevestigt dat terreurbestrijding vooral een nationale taak is. Die wordt niet vanuit de EU aangestuurd, maar in de 28 EU-lidstaten.

En na een week, toen het meest dringende werk was gedaan, was er tijd om in Europa nog wat met collega’s af te stemmen.

De ministers hebben afgesproken bij de grenzen van de Europese Unie scherper aan paspoortcontrole te doen. Nu kijkt de douanier alleen of het paspoort nog geldig is en of de foto klopt. Slechts steekproefsgewijs wordt het pasnummer nagetrokken. Dat moet nu „systematisch en gecoördineerd” gebeuren. Dat betekent dat er vanaf nieuwjaar elektronische paspoortlezers komen die elk nummer controleren met een bestand vol verdachte personen en gestolen paspoorten.

De afgelopen maanden is zo’n verscherpte controle langs de EU-buitengrenzen wel bepleit door eurosceptici als de Hongaarse premier Orban. Maar steeds werd dit van de hand gewezen.

Maar nu bleek de maatregel ineens dringend, stelde de Franse minister Cazeneuve vrijdagavond. „Terroristen steken de grenzen van de Europese Unie over. We kunnen geen tijd meer verliezen.”

Binnen de Europese Unie zelf (en dan vooral binnen de 26 lidstaten van de Schengenzone) blijft echter sprake van vrij verkeer van personen. Wie het vliegtuig neemt van Milaan naar Amsterdam, of van Boedapest naar Parijs, hoeft het paspoort mogelijk niet eens te laten zien. Maar door controle aan de buitengrens „weten we veel beter wie het Schengengebied binnenkomt”, aldus minister Van der Steur.

Sommigen bepleiten ook de openheid in de Schengenzone op te schorten. Vorige week schreef de oud-topman van Interpol, Robert Noble, in The New York Times dat dit een „welkomstbord voor terroristen” is. „En zij hebben die uitnodiging aanvaard.”

Een ander punt waarover vrijdagavond werd gesproken is uitwisseling van inlichtingen op Europees niveau. Directeur Wainwright van Europol zei vorige week dat 5 van de 28 lidstaten actief inlichtingen delen.

Vanochtend voorspelden twee kenners van de inlichtingendiensten in Trouw dat Europese uitwisseling van gegevens onwaarschijnlijk is. „Het uitwisselen van inlichtingen gebeurt bijna alleen op bilateraal niveau”, aldus Teun van Dongen, analist internationale veiligheid.

Jelle van Buuren van Universiteit Leiden zegt dat deze uitwisseling „nooit, echt nooit” op EU-niveau zal gaan plaatsvinden. „Dat is een te groot risico. Diensten die elkaar goed kennen, zoals Nederland en Engeland, zullen meer met elkaar delen dan bijvoorbeeld Nederland en Griekenland of Bulgarije.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer