Onze moeder
Johannes 17:17
„Heilig hen in Uw waarheid, Uw Woord is de waarheid.”
Er zijn ook leden over verschillende gemeenten verspreid. We denken dan vooral aan de afzonderlijke gemeenten van die ene algemene kerk. Ze zijn in tijden van duisternis en diep verval, niet altijd in deze wereld overal zichtbaar of te onderkennen, zoals dit in de geschiedenis met Elia te zien is. Zij kunnen immers soms evenals het vuur diep onder de as van de miskenning en overweldiging verborgen liggen.
Maar wanneer God ons in een vergadering een lid van de heilige, algemene kerk te zien geeft, zo moeten wij –nadat ons het kenteken van de waarheid, van de profetische en apostolische leer, waaronder begrepen is de wettige bediening der sacramenten naar het bevel en de instelling van Christus en de onderwijzing tot alle godzaligheid (Mattheüs 28:19) getoond is– ons bij die gemeente of vergadering voegen. Want zoals Hij Zelf onze Vader is, zo behaagt het Hem dat de kerk onze moeder is (Jesaja 54:1-2; Galaten 4:27-28 en 31), waarin we geboren en opgevoed worden, tot aan het einde van ons leven. Want het behaagt God door de dienst van de kerk levend te maken door Zijn Geest, de vergeving der zonden aan onze harten te verzegelen en ons in de gemeenschap van Zijn Zoon en van Zijn kerk, dagelijks meer en meer naar Zijn beeld te vernieuwen.
Caspar Olevianus, theoloog te Heidelberg (”Apostolische Geloofsbelijdenis”, 1573)