De papieren zijn gemaakt tijdens de volkstelling in mei 1944. Duitsland was twee maanden daarvoor Hongarije binnengevallen. De telling was een inventarisatie van elk huis in Boedapest om te kijken waar Joden woonden. Ongeveer 200.000 Joden werden niet lang na de telling gedwongen om te verhuizen naar 2000 speciaal daarvoor aangewezen huizen, zogenoemde Jodensterhuizen.

De 6300 documenten werden per toeval gevonden toen een aannemer zijn schroevendraaier door een kier in de muur stak.„We dachten dat we het behang van de buren hadden stukgemaakt”, vertelt bewoonster Brigitte Berdefy aan The Guardian. Toen ze beter keken zagen ze dat er op het papier was geschreven. De documenten zijn nog bijna helemaal intact doordat er weinig lucht bij is gekomen.

De papieren zijn naar het stadsarchief in Boedapest gebracht. Medewerkers hebben daar alles gestreken, zodat ze kunnen worden onderzocht. Volgens de directeur is de vondst bijzonder, omdat de meeste documenten uit de oorlog van slechte kwaliteit zijn. „De inhoud en omvang van de documenten zijn ongekend. Hiermee kunnen we een enorm gat in de Holocaustgeschiedenis van Boedapest invullen. Zo weten we nu bijvoorbeeld dat huizen waar al veel Joden woonden waarschijnlijk werden ingericht als Jodensterhuizen.”