Ontdekker Geoffrey Smith, een wetenschappelijk onderzoeker van het vroege christendom bij de universiteit van Texas, wist de verkoper ervan te overtuigen dat het fragment niet in een privécollectie mocht verdwijnen maar onderzocht moest worden. Zaterdag presenteert hij de resultaten van dat onderzoek, meldt The New York Times.

Het stukje papyrus is ongeveer zo groot als een bankpasje en stamt uit 250 tot 350 na Christus. Er staan zes regels op uit het Evangelie van Johannes op de ene kant en niet eerder bekende christelijke tekst op de andere zijde.

Griekse fragmenten van het Nieuwe Testament horen bij de oudste sporen van christelijke geschriften. Slechts 130 zijn erkend door het Instituut voor Nieuw Testamentair Tekstonderzoek in Münster (Duitsland), waar die manuscripten worden geregistreerd.