Cultuur & boeken

Door Papoea’s opgegeten, maar niemand mocht het weten

Michael Rockefeller is in 1961 in Nederlands-Nieuw-Guinea niet verdronken of door krokodillen aangevallen, maar door Papoea’s opgegeten. Die conclusie blijft over na het jarenlange onderzoek van de Amerikaanse journalist Carl Hoffman. Honderd procent zekerheid heeft ook hij niet, want Rockefeller verdween. Spoorloos.

L. Vogelaar

20 November 2015 07:34Gewijzigd op 15 November 2020 23:29
Carl Hoffman in Asmat op Nieuw-Guinea, op zoek naar de waarheid rond de verdwijning van Rockefeller. beeld uit besproken boek
Carl Hoffman in Asmat op Nieuw-Guinea, op zoek naar de waarheid rond de verdwijning van Rockefeller. beeld uit besproken boek

Drie dagen eerder werd de Nederlandse bestuursambtenaar ir. A. M. Hilkemeijer (32) –die tot de Gereformeerde Gemeenten behoorde en medeoprichter van studentenvereniging CSFR was– tijdens een patrouille in het oerwoud van Nieuw-Guinea vermoord. Ook daarvoor is de aanleiding nooit met zekerheid vastgesteld, al zijn er wel aanwijzingen. Een collega van Hilkemeijer sprak er schande van dat de verdwijning van Rockefeller zo veel aandacht kreeg, terwijl de Nederlandse regering geen pogingen deed om het lichaam van haar ambtenaar uit de jungle te halen.

In Hoffmans boek blijft Andries Hilkemeijer ongenoemd, maar de journalist gaat wel in op de politieke gevoeligheid rond beide verdwijningen: Nederland wilde Nieuw-Guinea niet aan Indonesië afstaan en probeerde daarom aan de wereld te laten zien dat het de bevolking in harmonie tot zelfstandigheid wist op te voeden. Het vermoorden en –in het geval van Rockefeller– slachten en opeten van blanken pasten daar niet bij.

Presidentskandidaat

Michael C. Rockefeller was nog maar 23 jaar toen hij voorgoed verdween. Hij reisde door het gebied om kunstvoorwerpen te verzamelen voor het Museum of Primitive Art, dat zijn vader in New York had gesticht. Kunst die was gebaseerd op de koppen­snellerij waaraan hij zelf ten prooi gevallen moet zijn.

Vader Nelson was gouverneur van de staat New York en had net de eerste van zijn drie vergeefse pogingen om Republikeins presidents­kandidaat te worden achter de rug. Vicepresident werd hij later wel, onder president Gerald Ford.

In 1961 liep Nelsons huwelijk na 31 jaar op de klippen, omdat hij een affaire had met een van zijn campagnemedewerksters. Dat bericht leidde ertoe dat Michael tijdelijk terugging naar Amerika. Maar Nieuw-Guinea trok weer. Daar kon hij zich bewijzen, ook tegenover zijn vader. Hij was blij er terug te zijn. Enkele maanden later was hij weg; onvindbaar.

Primitief

De Arafurazee was ruw, die 
18e november 1961, en de boot sloeg om. Samen met antropoloog René Wassing zat Michael Rockefeller daarna 24 uur op de boeg van het vaartuig. Toen besloot 
hij naar de kust te zwemmen. „Het zal me wel lukken”, zei hij tegen Wassing, en hij verdween uit het zicht. Voorgoed.

Wassing werd gered, en ontving kort daarna Rockefellers vader en tweelingzus die –met een groot aantal journalisten in hun kielzog– naar Michael kwamen zoeken. Tevergeefs. De politicus die zo veel belangstelling voor het primitieve aan de dag had gelegd en er zelfs een museum voor oprichtte, werd nu bikkelhard met de schaduwkant ervan geconfronteerd.

Angst

Hoe kwam de jonge Rockefeller om het leven? Hoffman beschrijft elk gruwelijk detail. Zo gingen de kannibalen te werk, nog maar enkele decennia geleden; zo is de Amerikaan waarschijnlijk ook omgebracht.

Maar wat was het motief? De onderzoeksjournalist zocht de Asmatstam in 2012 tweemaal op, voer over hun rivieren, sliep in hun hutten, en stuitte steeds weer op hun zwijgzaamheid over vroeger. De kinderen en kleinkinderen van de koppensnellers, wat wisten ze wat ze niet durfden te vertellen? De angst was soms voelbaar.

Zo heel mysterieus was Rockefellers verdwijning wellicht toch niet, bleek uit Hoffmans onderzoek. Kort na de moord werd er al over verteld door roomse zendelingen. Toen al werden de inwoners van het dorp Otsjanep als schuldigen aangewezen. Er was zelfs een macaber lijstje waarop precies stond welke Papoea welk lichaamsdeel van Rockefeller had gekregen.

Intrigerend is de foto die een pater van een van de waarschijnlijke moordenaars maakte. Voor een gerechtelijk onderzoek dat er nooit kwam.

Wraak

Vermoord en opgegeten. Maar waarom? Hoffman beschrijft een samenleving waarin elke dode riep om wraak, waarin elke moord de status van een man verhoogde en waarin de heidense rituelen van het voorgeslacht de gevoelens bepaalden op een wijze die geen westerling echt doorgronden kan. In die wereld waren vijandelijk­heden tussen dorpen, gevechten in het moerassige oerwoud en hardhandig optreden van Nederlandse bestuursambtenaren de voedingsbodem voor de moord op Michael Rockefeller. Waarschijnlijk.

Zijn dood kan een vergelding 
geweest zijn voor een straf­expeditie in 1958 van de Nederlander Max Lapré die de leiders van het dorp Otsjanep het leven had gekost. De uitgeputte, ongewapende zwemmer is waarschijnlijk de eerste machteloze blanke geweest die de mannen van het Asmatdorp nadien ontmoetten, en dus wisten ze wat hun te doen stond toen ze hem aan boord van hun prauw hesen.

Politiek

De autoriteiten ontvingen Rocke­fellers vader, die vanwege de vermissing naar Nieuw-Guinea kwam gevlogen. Onderweg had hij een telegram van president John F. Kennedy ontvangen: „Met ontsteltenis heb ik het nieuws over uw zoon vernomen.”

In de hoop op internationale steun voor het behoud van Nieuw-Guinea probeerde Nederland de Amerikaanse politicus en de drom journalisten die zich aandiende de „meest mogelijke hulp, tegemoetkomendheid en faciliteiten te betonen.” Politiek gemanoeuvreer rond een menselijk drama.

De Nederlandse pers meldde de moord op Hilkemeijer en de vermissing van Rockefeller tegelijk, maar wereldwijd ging de aandacht uitsluitend uit naar de Amerikaan.

Doofpot

Nauwelijks drie weken na de vermissing hoorden de paters Van Kessel en Von Peij van de bevolking wat er gebeurd zou zijn. Rockefeller was gedood, onthoofd, geslacht. Zijn schedel hing bij Fin in huis. Pep had het ene dijbeen, Ajim het andere. Jane bezat het ene scheenbeen, Wasan het andere. De een had een rib, de ander de broek, een derde Rockefellers bril. Pep bleek opeens een nieuwe dolk te hebben, gemaakt van menselijk bot.

De priesters –dappere mannen op hun eenmanspost– rapporteerden hun bevindingen, maar bisschop Tillemans legde hun het zwijgen op. De berichten van de zendelingen kwamen de Nederlandse regering helemaal niet van pas en daarom moesten ze de doofpot in. Amerika, de wereld, de familie Rockefeller ook, niemand mocht weten wat er was gebeurd.

De familie van een van de Nederlandse zendelingen alarmeerde de pers. Op gezag van minister Luns van Buitenlandse Zaken meldden de kranten echter dat de geruchten niet klopten. Terwijl het getouwtrek om de toekomst van Nieuw-Guinea volop aan de gang was, spanden kerk en staat samen om berichten in de kiem te smoren die de Nederlandse belangen konden benadelen.

Hoeveel hebben de nabestaanden uiteindelijk geweten? Die vraag heeft Hoffman niet beantwoord weten te krijgen. Michaels tweelingzus annuleerde een lunchafspraak met hem en veegde in haar memoires de vloer aan met „speculaties” over moord door koppensnellers. De verdrinkings­dood was de enige theorie die de familie wilde geloven. De Rocke­fellers hebben volgens Hoffman nooit geprobeerd achter de tragische waarheid te komen. Om welke reden dan ook.


Boekgegevens

Wreed paradijs. Koppensnellers, kolonialisme en de mysterieuze verdwijning van Michael Rockefeller in Nederlands Nieuw-Guinea, Carl Hoffman; 
uitg. Nieuw Amsterdam, Amsterdam, 2015; ISBN 978 90 4681 983 8; 397 blz.; € 24,99.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer