De Nederlandse staat bracht in totaal 188 miljoen certificaten van aandelen van de genationaliseerde bank op de markt, voor 17,75 euro per stuk. Daarmee zijn ongeveer 20 procent van de aandelen verkocht. De prijs van 17,75 euro zet de totale waarde van de bank op circa 16,7 miljard euro.

De waarde van de beursgang kan nog met zo’n 500 miljoen euro oplopen als de begeleidende banken volledig gebruikmaken van de mogelijkheid om extra aandelen te plaatsen. Daarvoor hebben zij maximaal dertig dagen de tijd.

Na de beursgang houdt de Staat, via beheerstichting NLFI, de aandelen die nog niet in de markt zijn gezet. Het overheidsbelang bedraagt dan 77 procent, als de banken de overtoewijzingsoptie gebruiken. Dit belang wordt minstens een halfjaar niet gewijzigd.

ABN AMRO werd in het najaar van 2008 genationaliseerd, omdat de bank ten onder dreigde te gaan in de internationale financiële crisis. Of de Staat zijn investering van in totaal een slordige 22 miljard euro helemaal kan terugverdienen, is sterk afhankelijk van de ontvangst van het aandeel op de beurs. Het duurt waarschijnlijk nog enkele jaren voordat ABN AMRO weer geheel in private handen is en de totale opbrengst duidelijk is.