Apostel Johannes, een catecheet vol beelden
Het Evangelie naar Johannes is vooral het verhaal van een catecheet. De schrijver werkt veel met beelden, gaat actief in op vragen van zijn toehoorders en slaagt er in „als in een film” het leven van Jezus te tekenen.
Op 72-jarige leeftijd promoveerde Doddy van Leeuwen-Assink, emeritus predikante van de protestantse gemeente in Almere, deze week aan de Vrije Universiteit in Amsterdam op een onderzoek naar het Evangelie van Johannes. In haar dissertatie ””Wij zouden Jezus willen zien”. Het Evangelie naar Johannes herlezen met een catechetische blik” (Uitg. 2VM Bergambacht) zet zij uiteen hoezeer Johannes catechetische bedoelingen had met zijn beschrijving van het Evangelie.
Dr. Van Leeuwen: „Hoe meer ik dit Evangelie las, des te meer besefte ik: Die man geeft gewoon catechese. Hij schrijft in het twintigste hoofdstuk dat de tekenen van Jezus opgeschreven zijn opdat de lezers leren geloven Wie Jezus is en dat zij gelovend, leven hebben in Zijn Naam. Het Evangelie van Johannes is een maggiblokje van allerlei catechetische methoden. Johannes werkt vooral met beelden, zoals het licht, het water en het brood, en luistert scherp naar de vragen van zijn omstanders. Een echte catecheet dus.”
Wat Johannes doet, is feitelijk gemeenteopbouw, concludeert dr. Van Leeuwen. „De didactische opzet is gericht op de opbouw van de jonge gemeente, die ook toegerust moet worden voor een tijd van vervolging. De inhoud ervan betreft verhalen over het leven van Jezus en de oproep om Hem na te volgen, onderwijs in het Oude Testament en regels voor het leven als christen in de samenleving.”
Dr. Van Leeuwen wijst erop hoezeer de Joodse achtergrond de catechese van Johannes heeft gestempeld. „De methode van de rabbijnse traditie was: leren door vragen en door het vragend bestuderen van de Schrift. Daarbij is de nauwe omgang tussen leraar en leerling van groot belang. Leren doe je in de groep. En je bent in staat om de verhouding leraar en leerling om te wisselen. Ook de leraar leert van zijn leerlingen.”
Doopcatechese
De promovenda geeft een uitvoerig overzicht van de vroegchristelijke catechese. Zij concludeert dat de oorspronkelijke catechese vooral doopcatechese was, onderwijs voor volwassenen. „Om bij de gemeente te horen was er het ritueel van de doop –doorgaans in de paasnacht– gevolgd door de deelname aan het avondmaal. Van oorsprong is catechese dus doop- en avondmaalcatechese. Het grote accent op het water in de verhalen van het Johannesevangelie wijst daarop.”
Uit de vroegchristelijke kerk blijkt dat de duur van de doop- en Avondmaalscatechese veelal drie jaar was. „We weten eigenlijk weinig over de inhoud”, zegt dr. Van Leeuwen. „Het ging in ieder geval om de Tien Geboden en de Twaalf Artikelen van het Geloof die de doopleerlingen moesten leren. Maar er waren toen geen boeken, zodat de kennis mondeling werd overgeleverd in preken aan de catechumenen.”
Praktisch
De predikante zegt altijd praktisch gericht te zijn geweest in haar gemeentewerk als protestants voorganger. „Ik heb vele jaren in preekteams gefunctioneerd waarin mijn collega’s veel meer wisten en beter in het Hebreeuws en Grieks waren. Ik was echter vooral geïnteresseerd in het doorvertalen van wat er in de Schrift stond. Hoe hertaal je nu de Schrift in de levenswereld van deze tijd? Daarvoor biedt de Schrift vele aanknopingspunten. Neem nu het feit dat talloze mensen in Parijs momenteel kaarsen laten branden. Waar komt dat licht vandaan, vraag je dan. En dan kun je mooi aanknopen bij het Evangelie van Johannes, want daar staat alles in.”
Dr. Van Leeuwen is altijd een enthousiaste catecheet geweest, zegt ze. „Ik heb altijd kindercatechese gegeven. Kinderen hebben de leeftijd dat ze graag willen leren en ze willen nog knutselen. En je krijgt ook hun ouders mee in de kerk. Vaak hebben we met de oudere kinderen gegeten. Het is van belang dat je kinderen betrekt bij de eredienst door hen iets te laten organiseren. Kindercatechese is momenteel erg in opkomst omdat men beseft dat vooral in deze groep geïnvesteerd moet worden.”
Must
Het gebruik van beelden is een must voor de catecheet van vandaag, vindt de promovenda. „Johannes maakt er al veelvuldig gebruik van. Ik herinner me dat in het verleden kritiek vanuit orthodoxe kant kwam op de HGJB-methode ”Leren geloven” omdat teveel gebruik gemaakt werd van plaatjes. Inmiddels is het gebruik van het beeld ingeburgerd. Ik denk zelfs dat catechese geven aan jongeren eigenlijk alleen maar met digitale hulpmiddelen kan gebeuren. Dat het gebruikmaken van het beeld niet ten koste gaat van de inhoud, leert het Evangelie van Johannes.”