Kerk & religie

Kenmerkend

Mattheüs 11:25

Caspar Olevianus
18 November 2015 08:30Gewijzigd op 15 November 2020 23:25

„Ik dank U, Vader, Heere des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt, en hebt dezelve de kinderkens geopenbaard.”

Het kenmerk van de ware kerk is de belijdenis van de waarheid van het goddelijk Woord, omdat zij daardoor alleen in Christus geheiligd en door het geloof met Hem als met haar Hoofd verbonden is (Hosea 2:18, 19), terwijl het geloof alleen op de waarheid van Gods Woord steunt (onder meer Romeinen 1:1, 2). Daarom zijn het waarlijk gelovigen die de waarheid van het geschreven Woord erkennen en omhelzen en daarom is hun vergadering de ware kerk. De mens die dat kenmerk der goddelijke waarheid bezit, is naar het oordeel van Christus een waar lid van de heilige, algemene kerk.

Zij daarentegen die dat kenmerk in hun gemoed niet ingedrukt hebben, hoewel zij zich ook bij de kerk voegen en door de mensen onder haar leden gerekend worden, zijn echter naar het oordeel van Christus geen leden der kerk. Immers, Hij sluit hen van Zijn gebed of voorspraak duidelijk uit en daarmee ook van Zijn zoenofferande, omdat voor degenen voor wie de Zoon van God niet bidt, Hij ook niet offert. Hoe zouden zij dan heilig kunnen zijn, daar zij van de bron van de heiligheid, namelijk van de voorspraak en het offer van Christus, uitgesloten zijn? Evenzo is het ook het geval met de heiligmaking. „Heilig ze”, bidt de Heere, „in Uw Waarheid; Uw Woord is de Waarheid.”

Caspar Olevianus,
theoloog te Heidelberg

(”Apostolische Geloofsbelijdenis”, 1868)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer