Voor brieven tot 100 gram heeft TPG het monopolie. Dat betekent in de praktijk dat de aangifteformulieren voor omzetbelasting in elk geval via het postconcern moeten lopen.

De Belastingdienst wilde de verzending van de biljetten aanbesteden om goedkoper uit te kunnen zijn. „Wij gaan niet in hoger beroep, het belangrijkste is dat er duidelijkheid is geschapen", aldus een woordvoerster van het ministerie van Financiën.

De Belastingdienst beriep zich met haar plannen op het standpunt van post– en telecomtoezichthouder Opta, dat aangiftebiljetten in principe drukwerk zijn. De rechtbank is het daarmee niet eens omdat de aanwezigheid van een sofi– of aangiftenummer de biljetten een persoonlijk karakter geven.

Een eis tot schadevergoeding van TPG ging de rechter woensdag te ver. Het handelen van de Belastingdienst jegens TPG is niet zodanig onzorgvuldig geweest, dat het onrechtmatig kan worden genoemd. De dienst heeft op redelijke gronden aangenomen dat het haar vrijstond met de aanbesteding te beginnen. Dat het de Belastingdienst bekend was dat TPG een andere mening over de zaak had, doet daaraan niets af. Het zou te ver voeren van de staatsdienst te vergen om steeds vooraf een oordeel aan de rechter te vragen bij verschil van mening met een marktpartij, aldus de rechtbank.