Volgens de paus was de verhouding tussen rooms-katholieken en lutheranen in het verleden niet best. Hij verwees onder meer naar de geloofsvervolging. „Op de Dag des Oordeels zal u niet worden gevraagd of u naar de kerk bent geweest, maar of u uw leven heeft gebruikt om muren te bouwen of om te dienen.”

Franciscus zei in een gesprek met de aanwezigen geen oplossing te hebben voor de verdeeldheid over het heilig avondmaal. Op de vraag van een lutherse vrouw die getrouwd is met een rooms-katholiek of intercommunie tot de mogelijkheden behoort, zei de paus: „Als u zich zondig voelt en uw man voelt zich een zondaar, kijkt u naar de Heere en vraagt om vergeving. Uw man doet hetzelfde bij een priester en vraagt om absolutie. Wanneer u samen bidt, wordt de doop van u en uw man sterker. Wanneer u en uw man uw kinderen leren Wie Jezus is, doen jullie dat op dezelfde manier, u in de lutherse taal, hij in de rooms-katholieke taal, maar het is hetzelfde.” De paus benadrukte overeenkomsten tussen de kerken. „Rooms-katholieken en lutheranen hebben één geloof, één doop en één Heere gemeen.”

De gastheer, ds. Jens-Martin Kruse, greep het bezoek ook aan om de situatie van gemengde huwelijken voor het voetlicht te brengen. „Families lijden omdat ze het geloof niet helemaal kunnen delen, omdat de kerken nog niet de hoogste mate van eenheid hebben bereikt. De kerken hebben de plicht om naar eenheid van gemeenschap en communie te streven.” Kruse wendde zich vervolgens tot de paus: „Uw bezoek bemoedigt ons op weg naar de eenheid. Het voelt als een warme wind in de rug.”

Kruse verwelkomde vijf jaar geleden ook paus Benedictus XVI, de voorganger van Franciscus. In 1983 bracht Johannes Paulus II als eerste paus een bezoek aan de lutherse kerk in Rome.