Studiedag ”bevindelijk brein”: naar een minder bedreigend godsbeeld
Is onze God nog een verterend vuur? Hoe ervaren reformatorische mensen God en spreken over Hem? De vragen kwam vrijdag aan de orde tijdens een studiedag over „het bevindelijke brein” aan de Vrije Universiteit.
In de kerkzaal op de zestiende verdieping van het VU-gebouw werd nagedacht over de vraag wat geloof, geest en genen met elkaar te maken hebben. Mensen uit de wereld van de geestelijke gezondheidszorg, de godsdienstpsychologie en de neurowetenschap bogen zich over de verhouding tussen geloof en psyche. De dag ”Het bevindelijke brein” was georganiseerd door het Dutch Biblebelt Netwerk en kennisinsituut christelijke GGZ.
Wat vroeger vaak als godsdienstig verschijnsel werd gezien, kunnen wij nu psychologisch verklaren, zegt prof. dr. Fred van Lieburg in zijn inleiding. „In het bekeringsverhaal van Eva van der Groe, midden achttiende eeuw, staan veel passages die we nu duiden als een depressie.”
Van Lieburg schetst in enkele pennenstreken hoe Calvijn een orde van het heil ontwerpt. Deze orde wordt door theologen als Perkins en Oomius van psychologische dimensies voorzien. In de twintigste eeuw denkt ds. I. Kievit na over het „krijgen van teksten.” Vooral in de jaren tachtig en negentig neemt de belangstelling voor geestelijke gezondheidszorg toe, wat in 1993 leidt tot de oprichting van Eleos.
Wie is God voor de bevindelijk gereformeerden? Welke godsbeelden zijn er op de Biblebelt? Wordt God nog ervaren als „verterend vuur” – een beeld ontleend aan Hebreëen 12? Dr. Hanneke Schaap-Jonker, rector kennisinstituut christelijke GGZ, onderdeel van Eleos en De Hoop, deed onderzoek naar deze vragen. Ze deelt tijdens haar presentatie de „vragenlijst Godsbeeld” uit die ze ook voor haar onderzoek gebruikte. Daarop kunnen aanwezigen aangeven welke gevoelens er bovenkomen als ze aan God denken, zoals vertrouwen, angst om niet goed genoeg te zijn, teleurstelling, schuld. Volgens Schaap-Jonker wordt God onder bevindelijk gereformeerden „lang niet altijd als bedreigend ervaren, en niet per definitie als een verterend vuur. Bij psychiatrische patiënten is dat nog wel het geval, dan kan de geloofsbeleving een heel bedreigende rol spelen. Hier ligt een belangrijk punt voor hulpverleners om alert op te zijn. God is heilig en rechtvaardig, maar dat is niet het enige wat er over Hem te zeggen valt.”
Psychiater Arie Jan de Lely, werkzaam bij Eleos Stichting GGZ, merkt dat suïcide bij Eleos aanzienlijk minder voorkomt onder bevindelijk gereformeerde patiënten dan onder de niet bevindelijk gereformeerden. In de periode 2000-2014 vonden er onder patiënten van Eleos 23 suïcides plaats. Slechts één van deze patiënten was lid van een bevindelijk gereformeerd kerkgenootschap, terwijl ongeveer een derde van de patiënten van Eleos tot die groep behoort. Als verklaring wijst De Lely op diverse factoren, zoals een hechte band in kerk en familie, angst voor de eeuwige straf en een rem om emoties op agressieve wijze te uiten.
De psychiater stelt ook vast dat zijn uitkomst strijdt met het heersende beeld. Diverse –oudere– auteurs hebben betoogd dat er juist een verband bestaat tussen ”zwartekousenkerken” en hogere zelfmoordcijfers.
Ook godsdienstpsycholoog dr. Joke van Saane hanteert dergelijke cijfers in haar colleges, blijkt uit de opmerking van een student in de zaal: onder bevindelijk gereformeerden zou een dubbel aantal zelfmoorden plaatsvinden. Een onduidelijkheid die vooralsnog niet is opgelost.
Van Saane daagt het publiek uit met enkele prikkelende stellingen. Refo’s zijn „slimme shoppers” en „meesters in het zich aanpassen aan hun omgeving.”
Ook zouden ze behoorlijk zijn geseculariseerd: „De klem van de traditie en de overrompeling van het geloof is aan het wegzakken. Het is niet meer wat het geweest is.” Ds. C. G. Vreugdenhil vraagt aan Van Saane hoe ze „bevindelijk brein” eigenlijk definieert: theologisch of sociologisch? Dat laatste, beaamt Van Saane, terwijl ze feiten aandraagt die een theologische definitie relativeren. „Tegenwoordig kun je, meer dan vroeger, een kerk kiezen die bij je past. Er zijn meer mogelijkheden om naar een andere kerk te gaan als je klem komt te zitten.”
In de pauze kunnen bezoekers kennisnemen van diverse posterpresentaties, zoals een fotoproject over de brede en de smalle weg van freelancefotograaf Sam Otte, het benoemingsbeleid in het orthodox-protestantse onderwijs of een onderzoek naar de mazelen. Drs. Arie van der Knijff presenteert een poster over zijn onderzoek naar bevindelijke preken.
Van der Knijff doet promotieonderzoek bij prof. Immink over gedrukte preken in de Gereformeerde Gemeenten na het jaar 2000.
Enkele van zijn resultaten: de focus in deze preken ligt sterk op de gevallen staat van de mens; de verzoening wordt juridisch uitgewerkt; predikanten benaderen de Vredesraad niet als metafoor maar als –juridische– realiteit; er is een afstand in de beleving tussen wedergeboorte en rechtvaardiging en er ligt een sterk accent op zelfonderzoek.