De techniek is ontdekt door Britse wetenschappers en staat vrijdag in het belangrijke wetenschapsblad Nature Communications. „Als hun theorie klopt, en dat geloof ik wel, dan zou dat verschrikkelijk knap en goed zijn. De tweede vraag is: kun je het vervolgens toepassen in de praktijk? Dat hangt van heel veel factoren af”, zegt Marco de Baar, hoogleraar aan de Technische Universiteit Eindhoven en hoofd van het kernfusieonderzoek bij het Nederlandse instituut voor funderend energieonderzoek (DIFFER).

Het opwarmen van deeltjes gebeurt om kernenergie op te wekken. De Baar: „Je probeert ijsbolletjes met kernbrandstof te laten imploderen. Hele sterke lasers schieten dan van alle kanten op het bolletje. Het grote probleem is dat er turbulentie op de rand van het bolletje ontstaat.” Turbulentie maakt het proces minder efficiënt. „Het werkt als een lek, het gooit allemaal materie eruit. Materie en energie gaan verloren.” De Britten hopen dat hun techniek nucleaire brandstof minder turbulent maakt, dus efficiënter. „Daar moet ik toch echt met experimenten van overtuigd worden”, zegt De Baar.