Ouwerkerk: Kok te kort door de bocht
De uitspraak van premier Kok dat het in Nederland afgelopen moet zijn met gedogen, is te kort door de bocht. Dat stelt burgemeester Ouwerkerk (PvdA) van Almere.
Ouwerkerk sprak gisteravond tijdens de zogeheten burgemeesterslezing in Den Haag over gedoogbeleid in Nederland. Na de rampen in Enschede en Volendam gaf het kabinet te kennen af te willen van de gedoogcultuur.
Ouwerkerk, een landelijk bekende PvdA’er, is het daar niet mee eens. „We kunnen wel parmantig roepen: „Weg met gedogen”, maar dat is niet haalbaar. Ik geloof niet zo in een culturele revolutie die onderzoeker Oosting na de vuurwerkramp in Enschede bepleitte. Een gedoogcultuur van veertig jaar werk je zomaar niet weg.”
De burgemeester van Almere bepleit een „verfijndere” oplossing. „Ik hink op twee gedachten. Je moet de gedoogcultuur niet afschaffen, maar aanscherpen. Er moeten regels zijn, maar er moet ook veel blijven kunnen. Zolang de orde niet wordt verstoord, moet gedogen mogelijk blijven.”
Ouwerkerk zegt desgevraagd dat bijvoorbeeld het gedogen van coffeeshops moet voortduren. Ook overtreding van bepaalde verkeersregels dient de overheid door de vingers te blijven zien. „Denk aan de regels dat je recht moet oversteken en dat je een rood achterlicht op je fiets moet hebben. Als we al die regels echt willen handhaven, loopt de maatschappij absoluut vast.”
De Almeerse burgemeester bestrijdt dat hij met zijn pleidooi verwarring bij de burger zaait. „Je kunt wel zeggen dat je al het gedogen wilt afschaffen, maar daarmee bewijs je burgers slechts lippendienst. Die pretentie kun je niet waarmaken.”
Drankkast
Publicist en commentator H. J. A. Hofland, hoofdspreker op de burgemeesterslezing, stelt dat de individualisering „grote risico’s” met zich meebrengt. „Moeder gaat ’s avonds naar een vergadering, vader heeft z’n stapavond en de kinderen forceren de drankkast.”
Hofland ziet in massa-evenementen „explosieve” gevaren. „Jongeren stoppen zich vol met pillen en veel bier en gaan eventueel uit hun dak, in het blinde vertrouwen dat hun feest goed afloopt. Maar dat gebeurt niet altijd.”