De landen langs de 4800 kilometer lange rivier zijn uiterst bezorgd omdat de Mekong de levensader is voor zeker 60 miljoen mensen.

De rivier ontspringt in het Tibetaans Plateau in China en gaat vervolgens door Birma, Thailand, Laos, Cambodja en Vietnam. De laatste vier landen werken samen in een speciale commissie die ijvert voor een duurzaam en gecoördineerd waterbeheer. De waterstanden dalen elk jaar verder, volgens veel deskundigen onder meer als het gevolg van de bouw van dammen in het Chinese stroomgebied.

Maar de Chinese dammen zijn zeker niet het enige probleem. Ongeveer 20 procent van het rivierwater komt uit China. De rest vloeit de Mekong in via de bergen van Laos en Vietnam. Omdat er in deze landen en in Thailand steeds meer landbouwgronden worden gecreëerd door het kappen van bossen, neemt de behoefte toe om rivierwater af te nemen voor irrigatie.

Daarenboven komt het probleem dat door de sterk fluctuerende waterstanden de visstand wordt aangetast. Voor veel vissoorten is de aantasting van Mekong funest, en daarvan ondervinden honderdduizenden vissers dagelijks al de gevolgen.

Het water van de Mekong, of liever het toenemende gebrek daaraan, is volgens velen een potentiële bron van toekomstige internationale conflicten of mogelijke zelfs oorlogen tussen de landen in het stroomgebied. Behalve China hebben ook andere Mekong-landen intussen al vergevorderde plannen voor dammen in de rivier of in zijrivieren. De problematiek zal daardoor de komende jaren alleen maar ernstiger worden.