Dat concludeert prof. mr. D. J. Elzinga, hoogleraar staatsrecht, in een tegenonderzoek dat Van den Brink liet uitvoeren naar de kwestie. Van den Brink werd handel met voorkennis verweten door H. van Essen, de verkoper van het perceel. Daardoor kwam de integriteit van Van den Brink als raadslid onder vuur te liggen.

De gemeente Barneveld liet daarop een onderzoek uitvoeren door prof. dr. J. H. J. van den Heuvel, hoogleraar bestuurs­kunde. Die concludeerde dat zowel de gemeente Barneveld als Van den Brink geen fouten had gemaakt bij de wijziging van de bestemming van het desbetreffende stuk grond. Van den Brinks gedrag was wel in strijd met de regels voor integriteit, aldus Van den Heuvel.

Elzinga bestrijdt in zijn donderdag openbaar gemaakte rapport de conclusie dat Van den Brink zijn integriteit als raadslid heeft geschonden. Hij heeft, volgens het rapport, het algemeen belang (als raadslid) en zijn persoonlijk belang (als onderhandelaar namens zijn kinderen over de aankoop van het stuk grond) niet met elkaar vermengd.

Kritiek

Het aanbod van Van den Brink om de kwestie met Van Essen af te handelen door geld te betalen, maar ook zijn voorstel om de kerkenraad in te schakelen, waar Van Essen deel van uitmaakt, ziet Elzinga als een „onhandige” poging van Van den Brink om zich te verdedigen. Elzinga heeft kritiek op het functioneren van de burge­meester van Barneveld. Na een halfjaar bemoeide hij zich met de kwestie, aldus het rapport.

Deze constatering is onterecht, stelt Bertil Rebel, woordvoerder van de gemeente. „De wijziging van de bestemming van het stuk grond was aanvankelijk een ambtelijke kwestie. Deze wijziging streed niet met het heersende beleid. Toen de griffier kennisnam van de kritiek op Van den Brink heeft hij de burgemeester ingelicht. Vervolgens heeft deze de zaak direct opgepakt. Los daarvan: de gemeenteraad heeft een gedragscode opgesteld waarin twee vertrouwenspersonen worden genoemd, de griffier en de burgemeester, op wie raadsleden een beroep kunnen doen. Van den Brink heeft daar in eerste instantie geen gebruik van gemaakt.”

Eerherstel

Van den Brink zegt „heel blij” te zijn met het rapport. Hij wil eerherstel door het gemeentebestuur. „Ik heb mijn collegaraadsleden vanmorgen gevraagd om de motie van treurnis die is aangenomen te heroverwegen.”

Het raadslid heeft zich erover „verwonderd” dat Elzinga op basis van „exact dezelfde informatie” als Van den Heuvel op „een totaal tegenovergestelde conclusie” komt, namelijk dat Van den Brink wél integer heeft gehandeld. „Van den Heuvel heeft te snel conclusies getrokken. In twee dagen tijd lag er een rapport waarbij hij zich alleen baseerde op gespreksverslagen. Hij had op zijn minst ook met mij en Van Essen in gesprek moeten gaan.”

SGP-fractievoorzitter J. van der Tang betreurt het dat de kwestie weer wordt opgerakeld. Hij stelt dat Van den Brink wel degelijk de gedragscode van de gemeente heeft geschonden. Volgens hem wordt dat ook niet ontkend in het rapport. Hij wil niet vooruitlopen op een eventuele terugkeer van Van den Brink in de SGP-fractie.