Het OM draagt de stukken daarom over aan het bestuur (presidium), waar ook Tweede Kamervoorzitter Anouchka van Miltenburg de leiding van heeft.

Het mogelijk lekken van staatsgeheime zaken door een van de fractievoorzitters in de Tweede Kamer is „een unieke en ernstige zaak”, zei Van Miltenburg zelf woensdagavond.

Voor aanvang van het overleg donderdagochtend noemden de leden van het Kamerbestuur de kwestie een ernstige en uitzonderlijke zaak. PvdA-Kamerlid Khadija Arib vond het „een gênante vertoning”. CDA’er Raymond Knops noemt het „een ernstige zaak”.

SP’er Ronald van Raak sprak van een „bijzonder nare zaak. Iemand heeft misbruik gemaakt van zijn positie.” VVD-Kamerlid Ton Elias vindt het „een hele ernstige kwestie, die we nu zorgvuldig gaan bespreken.” Joël Voordewind van de ChristenUnie zei dat dit de Tweede Kamer geen goed doet.

In de Commissie Stiekem zitten tien fractievoorzitters. De informatie die zij daar krijgen over de inlichtingen- en veiligheidsdiensten is zo geheim dat ze die niet mogen delen, ook niet met hun eigen fractie. Ze mogen zelfs niet aangeven of de commissie bijeen is geweest en wat het onderwerp van gesprek was.

Toen NRC berichtte over informatie uit de commissie, deed VVD-fractieleider Halbe Zijlstra aangifte. Daarna volgde onderzoek van de Rijksrecherche.

De kwestie draait om 1,8 miljoen telefoongegevens die Nederland aan de Amerikanen had verstrekt. Minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken zou daarover onjuiste informatie hebben gegeven. Hij kreeg daarover een motie van wantrouwen aan zijn broek maar die werd verworpen. Later bleek dat Plasterk de Kamer wel had ingelicht, via de Commissie Stiekem. Maar ook dat gegeven valt onder de geheimhoudingsplicht.