Markt theologische tijdschriften niet verzadigd
De theologie heeft het moeilijk. Toch verschijnen er met regelmaat nieuwe theologische tijdschriften, ook in gereformeerde kring. Een aantal opmerkelijke initiatieven, wereldwijd.
Vorige maand werd in de indrukwekkende Messiah Cathedral in de Indonesische hoofdstad Jakarta –het hoofdgebouw van het Aziatische imperium van de Indonesische calvinist dr. Stephen Tong– een nieuw tijdschrift gelanceerd: Unio cum Christo, met als ondertitel: International Journal of Reformed Theology and Life. Het blad is een gezamenlijk initiatief van International Reformed Evangelical Seminary in Jakarta en Westminster Theological Seminary in de Verenigde Staten.
Het tijdschrift wil gereformeerde gemeenschappen bemoedigen die in een minderheidssituatie verkeren, zo legt prof. dr. Paul Wells, hoofdredacteur van het nieuwe tijdschrift, uit. Wells is voormalig hoogleraar aan de vrije theologische faculteit in het Franse Aix-en-Provence en nu woonachtig in Engeland. „Veel van deze gemeenschappen, zoals in Afrika, Azië en Zuid-Amerika, verkeren in moeilijke situaties. Maar het zijn tevens de gebieden waar de interesse in gereformeerde theologie juist sterk groeit. In Europa is de stemming in de kerken vaak in mineur, maar in Azië, Afrika en Zuid-Amerika is er sprake van dynamische gemeenschappen die optimistisch naar de toekomst kijken.”
De redactie wordt gevormd door mensen die afkomstig zijn uit alle werelddelen. De Nederlandse redactieleden zijn dr. Henk van den Belt, dr. Roel Kuiper en dr. H. J. Herman Selderhuis. Vanuit Amerika participeren onder anderen dr. Joel R. Beeke (Puritan Reformed Theological Seminary (PRTS), Grand Rapids), dr. Peter A. Lillback en dr. Carl R. Trueman (verbonden aan het Westminster Theological Seminary). Ook dr. Flip Buys uit Zuid-Afrika maakt deel uit van de redactie.
Missionair
Prof. Wells geeft aan dat het blad Unio cum Christo primair een missionaire spits heeft. „Het is gericht op mensen die wereldwijd geïnteresseerd zijn in de gereformeerde theologie. De doelgroep is dus niet in de eerste plaats een academisch publiek. Het blad wil een verbinding slaan tussen gereformeerde theologen uit de westerse en de derde wereld. De missionaire spits houdt in dat elk nummer zes maanden na verschijnen van de papieren editie digitaal en gratis beschikbaar komt op de website. Deze nummers zullen aangevuld worden met artikelen die niet in de papieren uitgaven staan. Ook zal er een weblog worden gestart. ”
Unio cum Christo heeft in Noord-Amerika een oplage van 4000 exemplaren gedrukt, in Jakarta zijn het er 3000. „Het is mijn hoop en gebed dat het blad in vijf jaar tijd 50.000 lezers van de papieren en de digitale variant krijgt”, aldus de enthousiaste hoofdredacteur.
Het eerste nummer is gewijd aan het thema ”Het getuigenis van het wereldwijde gereformeerde geloof”. Het behandelt onder meer de onderwerpen martelaarschap (in het Nieuwe Testament en in deze tijd, respectievelijk door Donald Carson en Philip Tachin); voorlopers van de Reformatie (Peter Lillback); getuigenis in het publieke domein (James W. Skillen); postchristelijk getuigenis in een seculiere context (Leonardo de Chirico) en de vervolging van christenen in deze tijd (Thomas Schirrmacher, leider van de World Evangelical Alliance).
Piëtisme
Een ander nieuw blad is het Journal for the History of Reformed Pietism, onder redactie van prof. dr. W. J. op ’t Hof en dr. J. van de Kamp. Het gaat om een onlinetijdschrift over de geschiedenis van het gereformeerde piëtisme in de vroegmoderne tijd (ca. 1500-1800). Met dit blad willen vooral wetenschappers aan de Vrije Universiteit in Amsterdam een platform bieden voor de bestudering van vormen van gereformeerd piëtisme over de grenzen van taal, land en confessie heen, aldus dr. Van de Kamp.
Het blad verschijnt uitsluitend digitaal. Dr. Van de Kamp: „Dat is een trend onder uitgevers van wetenschappelijke tijdschriften. Zo is bijvoorbeeld het blad Jonathan Edwards Studies van dr. Adriaan Neele in Amerika uitsluitend digitaal beschikbaar. Dat neemt niet weg dat de meeste tijdschriften ook papieren edities blijven houden. De artikelen van ons blad kunnen overigens gewoon als pdf gedownload worden en geprint worden.”
Het Journal for the History of Reformed Pietism richt zich vooral op een internationaal lezerspubliek, aldus Van de Kamp. „Veel onderzoekers van piëtisme, puritanisme en Nadere Reformatie bevinden zich op eilandjes en hebben weinig contact met elkaar. Vandaar de noodzaak van een platform om elkaars onderzoeken te delen. We hebben zo’n zestig personen die zich hebben ingeschreven voor het blad. De komende tijd richten we ons op het uitbouwen van onze netwerken, zodat we meer naamsbekendheid krijgen.”
Het eerste nummer is verschenen in januari. In het comité van aanbeveling zitten onder anderen dr. Andreas J. Beck (ETF, Leuven), dr. Joel Beeke (PRTS, Grand Rapids), dr. Michael A. G. Haykin (Southern Baptist Theological Seminary, Louisville, Kentucky), dr. Fred van Lieburg (Vrije Universiteit, Amsterdam), dr. Anthony Milton (Sheffield), dr. Richard A. Muller (Calvin Theological Seminary, Grand Rapids), dr. Martin Sallmann (Bern) en dr. Hans-Jürgen Schrader (Genève).
Duitsland
Een blad van recente datum met een meer praktische insteek is Reformation Heute. Het tijdschrift is in 2013 gelanceerd en heeft inmiddels een oplage van duizend stuks. Het gaat niet om een tijdschrift voor de academische theologie, zegt hoofdredacteur Sebastian Heck, maar voor „gewone christenen.”
Reformation Heute vult volgens Heck de lacune tussen de prediking en de markt van theologische literatuur. „Het gereformeerde geluid is bijna totaal verloren gegaan in Duitsland. We moeten dit langzaam, met Gods hulp, weer terugbrengen. Vandaar dit tijdschrift. Er is geen ander gereformeerd tijdschrift in confessionele zin in het Duitstalige gebied. Ook al verschijnt er momenteel veel digitaal, wij denken dat een tijdschrift met substantiële artikelen hard nodig is om lezers te informeren.”
Puriteins
Verwant aan Unio cum Christo en Journal for the History of Reformed Pietism is The Puritan Reformed Journal (PRJ), een tweejaarlijks theologisch tijdschrift uitgegeven door het Puritan Reformed Theological Seminary (PRTS) in Grand Rapids (Michigan, VS). Het blad is in 2009 opgericht, amper vijf jaar geleden. Het PRJ verwoordt een theologie die gericht is op de gehele christen, „hoofd, hart en handen”, aldus hoofdredacteur Joel Beeke, rector van het PRTS en hoofdredacteur van het blad.
Het tijdschrift bevat zowel academische artikelen als bijdragen gericht op ontwikkelde kerkleden. Beeke: „Onze abonnees komen uit verschillende landen en zijn betrokken bij verschillende gereformeerde en presbyteriaanse seminaries waarmee PRTS contact heeft. Het gaat om de verspreiding van de kennis van Bijbels gegronde, historisch informatieve en gereformeerde bevindelijke theologie.”
Geld is er kennelijk voldoende. Voor de twee nummers die jaarlijks verschijnen –in totaal zo’n 600 bladzijden– tellen abonnees slechts 20 dollar neer. Dat is fors minder dan de abonnementsprijs van andere theologische tijdschriften. Het blad wordt in een oplage van 1500 stuks gedrukt.
Brug
Evenals Unio cum Christo moet het Journal of Reformed Theology (JRT), het tijdschrift van het netwerk van International Reformed Theological Institute (IRTI), een brug vormen tussen gereformeerde gemeenschappen in de westerse en derde wereld. Het IRTI is in 1995 opgericht door prof. dr. A. van de Beek met collega’s uit onder meer Nederland, Oost-Europa en Zuid-Afrika. Doel was het creëren van een wereldwijd netwerk van voornamelijk systematische theologen die wilden samenwerken met het oog op wereldwijde uitdagingen, zoals de ineenstorting van communistische regimes in Centraal- en Oost-Europa en het einde van de apartheid in Zuid-Afrika. Om de twee jaar organiseert het IRTI –momenteel gedragen door de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) en de Vrije Universiteit– een internationale conferentie.
Tijdens de conferentie van Seoul (Zuid-Korea) in 2005 bleek volgens hoofdredacteur dr. Eddy van der Borght de behoefte aan een internationaal academisch theologisch tijdschrift voor onderzoek in gesprek met de gereformeerde traditie. Zo is het JRT ontstaan. Het tijdschrift startte in 2007 met drie nummers per jaar. Ondertussen is er zo veel aanbod aan bijdragen dat er vier nummers per jaar kunnen worden uitgegeven. Dr. Van der Borght: „De bijdragen zijn afkomstig van de zes continenten. Ondertussen werken we ook steeds meer samen met de afdeling Reformed History and Theology van de American Academy of Religion.”
De redactieraad bestaat uit dr. Nico Koopman (Stellenbosch, Zuid-Afrika), dr. Cynthia L. Rigby, dr. Kate Sonderegger en dr. Okke Postma (alle drie uit de VS), dr. Philip G. Ziegler (Aberdeen, Schotland) en dr. Gijsbert van den Brink (VU, Amsterdam). De leden van de redactieraad ontmoeten elkaar meestal tijdens de jaarlijkse vergadering van de American Academy of Religion. Informatie over het aantal abonnees beschouwt uitgever Brill als vertrouwelijk, aldus Van der Borght.
Veelheid
Het aantal theologische tijdschriften is voor de geïnteresseerde lezer niet meer bij te houden. Wie op de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) het overzicht van theologische tijdschriften bekijkt, zinkt de moed in de schoenen. Wie kan zich op de hoogte stellen van de laatste inzichten? Doorgaans is het aantal abonnees van deze tijdschriften beperkt.
Nederland kent diverse theologische tijdschriften die zich bewegen op een (semi)academisch niveau. Theologia Reformata is vooral een gezien blad in reformatorische kring. Plannen voor digitalisering zijn er niet. Redactiesecretaris dr. Ronald de Graaf denkt dat het blad vooral gelezen wil worden vanaf papier. „Af en toe komt de vraag naar een digitale uitgave naar voren, maar die is tot op heden zeer beperkt. Een papieren uitgave geeft rust bij het lezen en overdenken. Er is geen toetsenbord dat de richting bepaalt bij elke piep. Daar, in die digitale omgeving, bevindt het grootste deel van onze doelgroep zich in ieder geval niet.”
Het aantal abonnementen blijft de laatste jaren goed op peil. In 2006 was dat 794, nu 801. De Graaf: „Nadat de aantallen terugliepen, zijn er wat acties geweest. Dat heeft geholpen om de abonnementen redelijk op niveau te houden. De opzeggingen bij Theologia Reformata zijn over het algemeen genomen afkomstig van mensen op leeftijd of van lezers die het aan tijd ontbreekt om het allemaal te lezen.”
Het Nederlands Theologisch Tijdschrift (NTT) behoort tot een van de oudste bladen. Wel een voor liefhebbers: momenteel heeft het NTT 270 abonnees, van wie een kleine 20 procent in het buitenland, vertelt Dick de Vos, bladmanager van uitgeverij Boekencentrum. Onder de abonnees zijn ook diverse instituten en bibliotheken in en buiten Nederland. „Het is een wetenschappelijk tijdschrift dat wordt gemaakt door en daarmee ook enigszins voor medewerkers van de theologische faculteiten en instituten. Een publiekstijdschrift is het dus zeker niet, waardoor je je kunt afvragen hoe representatief dit blad is in een onderzoek naar trends onder theologische tijdschriften.”
Net als de meeste andere tijdschriften geldt voor het NTT dat het aantal abonnees afneemt, zij het heel langzaam. „Ik zoek de oorzaak vooral in de afname van de aantallen medewerkers op het gebied van theologie bij de universiteiten en hogescholen.”
Het tijdschrift Kerk en Theologie (KT), ook door Boekencentrum uitgegeven, probeert een brug te slaan tussen de wetenschap en de pastorie, waarmee de doelgroep iets groter is dan die van het NTT, „maar daarmee is het zeker nog geen publiekstijdschrift”, aldus Vos. „De relatie met de praktijk van de dominee is groter en daar wordt ook direct op ingespeeld, zie bijvoorbeeld het laatste themanummer, ”Predikant voor de toekomst”. Met een reguliere oplage van 450, in het geval van themanummers meer, is het evenmin een groot blad, en ook bij Kerk en Theologie daalt het abonneeaantal jaarlijks met een handvol.”
Op de vraag of het wenselijk is dat steeds meer theologische tijdschriften online verschijnen –„als dat al zo is”– valt volgens Vos niet één antwoord te geven. „Dit is ook sterk afhankelijk van het type periodiek. Een sterk informerend en/of opiniërend karakter leent zich snel voor online, zeker als het om de actualiteit gaat, op voorwaarde dat de artikelen niet al te lang zijn. Voor de wat meer bezinnende stukken die je in je vrije tijd op de bank tot je wilt nemen, zal in veel gevallen papier blijvend gewaardeerd worden.”
In evangelische hoek is het blad Soteria nog steeds erg populair. Hoofdredacteur Teun van der Leer zegt dat aantallen nooit worden gegeven, maar de uitgever kent de markt en geeft aan dat Soteria tot „een van de grotere theologische tijdschriften in Nederland” behoort. „We zijn ook stabiel, het aantal opzeggers wordt elk jaar gecompenseerd door de komst van nieuwe abonnees. Wij zullen zeker nog geruime tijd op papier verschijnen, maar er zijn wel plannen om de website te vernieuwen en de artikelen met een vertraging van bijvoorbeeld vijf jaar online te gaan zetten. Soteria werd in 1984 opgericht om theologisch te reflecteren op wat zich op het evangelische erf aandient en om een dialoog aan te gaan met andere theologische tradities. Vandaar dat het gesprek met de gereformeerde, de charismatische en de oecumenische theologie regelmatig aan de orde komt.”