„Joden zijn op zoek naar bescherming”
AMSTERDAM. De Kristallnachtherdenking die georganiseerd was door het Centraal Joods Overleg (CJO) in Amsterdam is maandagavond rustig verlopen. Een paar honderd joden stonden stil bij de nacht van 9 op 10 november 1938, toen honderden synagoges en duizenden winkels in nazi-Duitsland werden geplunderd en in brand gestoken.
„Een baken in de tijd” zo betitelde CJO-voorzitter Ron van der Wieken de bewust nacht 77 jaar geleden. „Voor Jodenhaat geneerden mensen zich op zijn best, op zijn slechts waren ze ongeïnteresseerd. Maar na het indringende scherfgerinkel was dat niet langer mogelijk.”
De maatregelen die Nederland nam, noemt Van der Wieken voor zijn gehoor in de Portugese Synagoge van Amsterdam „cynisch”. „Nederland greep daadkrachtig in. Enkele weken na de Kristallnacht sloot de regering de grenzen voor Duitse joden. Honderdduizenden, zo niet miljoenen levens, waren te redden geweest als de machthebbers de grenzen niet hadden gesloten. Zonder mededogen.”
„Jodenhaat begon niet in ’38 en eindigde in ’45. Ze heeft oude papieren en de oorlog gaat tot op de dag van vandaag door”, meent Van der Wieken. Een jongeman die meeloopt in de fakkelstoet van de synagoge naar de Hollandsche Schouwburg vanwaar veel joden naar vernietigingskampen werden gedeporteerd, merkt daar niet zo veel van. „Ik zit op de universiteit en daar is het klimaat respectvol”, zegt de student die niet met zijn naam in de krant wil.
De permanente politiebewaking van de synagoge en de schouwburg vertelt een ander verhaal. Behalve vijf agenten wordt de schouwburg bewaakt door een tweetal beveiligers. Ook zij willen niet vertellen hoe ze heten of hoe oud ze zijn. Ook de naam van het beveiligingsbedrijf waarvoor ze werken valt nergens te bekennen. „De haat wordt iedere dag groter, dat merken wij wel degelijk aan de scheldpartijen en dreigementen die we naar ons hoofd krijgen omdat we joods zijn,” claimen de mannen die zeggen alleen Joodse objecten te beveiligen. „Het is nu weer spannend in Israël en dat merken wij meteen.”
Burgemeester van Rotterdam, Ahmed Aboutaleb, is ook uitgenodigd om te spreken in de synagoge. Hij vindt het belangrijk dat de „lessen van de Tweede Wereldoorlog worden doorgegeven aan jongeren. Veel jongeren hebben nauwelijks besef van de zware bladzijde in onze geschiedenis.” Maar die kennis is volgens hem noodzakelijk. „Ik heb niet zoveel meer met het woord tolerantie. Dat leidt vaak tot onverschilligheid. Kennis leidt tot inzicht, en inzicht tot compassie. Dat geeft ons oog voor de ander.”
De Kristallnacht was volgens de Aboutaleb „een explosie van onderhuidse woede. Tot in het kleinste dorp werden joden beschimpt en opgepakt.” Het geweld was volgens de oud-wethouder van Amsterdam mogelijk omdat de leiders die opriepen tot geweld daarvoor de mogelijkheid kregen van de bevolking. „We moeten uitkijken voor leiders die bevolkingsgroepen over één kam scheren of oproepen tot geweld. Dat doen ze slechts om hun eigen positie te versterken.”
Democratie definieert Aboutaleb als de plicht van de meerderheid om de minderheid te beschermen. „De joodse, maar ook de islamitische gemeenschap is op zoek naar bescherming.” Bij het herdenkingsmonument van de schouwburg legde de Israëlische ambassadeur een krans. Evenals zijn Duitse collega.