Achterban SDOK verdeeld over positie christenen in Nederland
GORINCHEM. Een kleine meerderheid van de predikanten in de achterban van Stichting De Ondergrondse kerk (SDOK) vindt dat de kerk in Nederland steeds meer in het nauw komt. Een derde van hen is het daar juist niet mee eens.
Dat is een van de resultaten van een onderzoek dat SDOK hield onder predikanten in haar achterban. Het doel van het vrijdag gepresenteerde onderzoek was te peilen hoe er gedacht wordt over het thema ”Kerk in het nauw?”, het thema van een predikantensymposium vrijdag in Nijkerk.
Via een online-enquête werden aan 1097 predikanten en andere betrokkenen een paar vragen voorgelegd over christenvervolging tegen de achtergrond van ontwikkelingen in de Nederlandse maatschappij. Slechts 51 personen namen deel aan de enquête, een respons van 4,5 procent.
De toename van moslimextremisme wereldwijd vindt 43 procent „in geringe mate bedreigend”, 22 procent vindt die „in sterke mate bedreigend.” Van degenen die aan de enquête deelnamen, noemt 76 procent lauwheid en geestelijke vervlakking als de grootste bedreiging voor de kerk in Nederland.
Als bedreigend wordt ook de verdeeldheid onder Nederlandse christenen ervaren. „Helaas moet het misschien wel zo zijn dat we door toenemende vervolging eens ophouden met de kerkelijke verdeeldheid en lauwheid. De verdeeldheid onder christenen is echt een vloek en een grove zonde tegen het lichaam van Christus en Zijn gebed in Johannes 17”, aldus een van de respondenten.
De meeste deelnemers aan het SDOK-onderzoek (72 procent) vinden het bedreigend dat de kerk niet voorbereid is op vervolging. De helft van de respondenten is het niet eens met de stelling dat de kerk in Nederland vervolging nodig heeft.
„Geloofsvervolging vindt plaats in vele landen, maar niet in Nederland”, zo reageert een geënquêteerde. „Ten opzichte van vervolgde christenen is het volstrekt onterecht om ook over vervolging hier te spreken. Het verleden van ‘een christelijke natie’ wordt geïdealiseerd.”