Herbestemming kerkgebouwen Zeeuws-Vlaanderen is lastig
IJZENDIJKE. Protestantse kerkgebouwen in de gemeente Sluis verkeren in een betere conditie dan rooms-katholieke.
Dat komt volgens de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ) door de autonomie die de protestantse kerkbesturen hebben om te beslissen over onderhoud en restauratie van hun bedehuizen. Parochies die hun kerkgebouwen willen opknappen, moeten eerst het bisdom om toestemming vragen.
De SCEZ presenteerde gisteren deze bevindingen op een symposium in het Zeeuws-Vlaamse IJzendijke. De stichting onderzocht de onderhoudsstaat van de kerken in Sluis en de mogelijkheden van herbestemming van bedehuizen die niet langer als zodanig in gebruik zijn.
De betere conditie van de protestantse Sluise kerken is ook toe te schrijven aan het feit dat ze meestal rijksmonument zijn. Daardoor beschikken de kerkbesturen over financiële middelen uit onderhouds- en restauratiesubsidies die de rooms-katholieke kerken moeten ontberen. Daarvan heeft 10 procent de status van rijksmonument.
Daarnaast is de gemiddelde omvang van de protestantse kerkgebouwen kleiner. Zodoende zijn de onderhoudskosten lager en is de technische staat beter.
Niet blijvend
De SCEZ komt tot de conclusie dat de veertig onderzochte kerken in Sluis niet allemaal kunnen blijven bestaan – nu al heeft de helft niet langer een religieuze functie. Het vinden van een herbestemming voor alle af te stoten bedehuizen is een illusie, meent de SCEZ. Door de sterk vergrijzende bevolking van krimpgemeente Sluis lopen de kerken leeg. Van de inwoners is 26 procent 65 jaar of ouder (tegen 14,7 procent landelijk). De komende vijftien jaar daalt het inwonertal met een tiende.
Wethouder Ploegaert van Sluis (CDA) zei gisteren dat het college voor de zomer een beleidsvisie voor de kerken door de raad wil loodsen.
Afgezet tegen het aantal inwoners (23.800) telt Sluis meer dan twee keer zo veel kerken als andere Zeeuwse gemeenten. De twintig kerken die hun godsdienstige functie al kwijt zijn, dreigen in verval te raken. Van alle 40 kerken dateren er 24 uit de wederopbouwperiode (1940-1970).
Beeldbepalend element
Alle sprekers waren het erover eens dat een kerkgebouw een beeldbepalend element in een dorp of stad is. Als een kerk verdwijnt, verdwijnt het hart uit een gemeenschap.
Het draagvlak voor de kerk als religieus gebouw neemt echter snel af. „Bij een doorsneekerkdienst in een kerk in West-Zeeuws-Vlaanderen varieert het aantal bezoekers van vijftien tot honderd, van wie de gemiddelde leeftijd boven de zestig ligt”, aldus de SCEZ.
Kerken moeten interen op de reserves om de exploitatie rendabel te houden. De SCEZ maakte een financiële analyse van 27 van de 40 Sluise kerken. Vier vallen in de categorie ”ernstig bedreigd”, veertien in ”bedreigd”. Negen van de 27 worden niet bedreigd. Dat wil zeggen dat ze „een beperkt of geen exploitatietekort hebben.”
Om leegstand, verval en sloop te voorkomen, moeten overheden en maatschappelijke instellingen „kerken meenemen in hun zoektocht naar ruimte voor de eigen voorzieningen”, stelt de SCEZ. Kerkgebouwen kunnen de leefbaarheid in krimpregio’s versterken als ze worden benut als nieuwe ontmoetingsplek voor „bredere lagen van de bevolking.”
Volgens de onderzoekers zijn er in West-Zeeuws-Vlaanderen weinig mogelijkheden om kerken in te zetten voor de economie. „De economische dynamiek is schaars en de kansen zijn beperkt.”
Geen pinautomaat
Frank Strolenberg van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed riep partijen in nood op om rijkssubsidieregelingen voor de herbestemming van waardevol religieus erfgoed te gebruiken.
De onderzoekers waarschuwen echter dat de overheid geen pinautomaat mag zijn. „Zet in op herbestemming in kernen waar de meeste pit en energie zit en waar zodoende de meeste maatschappelijke meerwaarde valt te behalen. Maar de opgave is enorm en het aantal oplossingen gering.”
Strolenberg verwacht dat de komende tien jaar van de 6500 kerkgebouwen in heel Nederland er 1700 tot 2000 hun religieuze functie verliezen.