Beurzen gemengd richting banencijfer
AMSTERDAM (ANP). De Europese aandelenbeurzen lieten vrijdagochtend een gemengd beeld zien. Beleggers deden het rustig aan voorafgaand aan het belangrijke Amerikaanse banenrapport, dat later op de dag verschijnt. Op Beursplein 5 viel het kwartaalbericht van roestvrijstaalconcern Aperam in de goede aarde.
„Aperam en Vopak laten een opluchtingsrally zien, terwijl het koersverloop van ArcelorMittal opvallend is te noemen. Het aandeel opende flink lager na een winstwaarschuwing, maar toonde snel herstel. Waarschijnlijk werd de koersdaling als een redelijk instapmoment gezien”, aldus Sijmen Plomp, partner bij Ambassador Investments.
Volgens de marktkenner is de kans groot dat de beurzen in de middaghandel heftig zullen reageren op het Amerikaanse banencijfer, indien de banengroei flink afwijkt van de gemiddelde verwachting.
De AEX-index in Amsterdam noteerde aan het einde van de ochtend 0,1 procent lager op 466,23 punten. De MidKap steeg 1,1 procent tot 697,55 punten. De beurzen in Frankfurt en Parijs verloren tot 0,8 procent. Londen was vlak.
Aperam won 16,1 procent in de MidKap. De kwartaalprestaties werden door analisten omschreven als „goed in uitdagende omstandigheden”. Ook gaat de onderneming het dividend voortaan per kwartaal uitkeren.
ArcelorMittal, de voormalige eigenaar van Aperam, steeg 2,4 procent in de AEX, ondanks een winstalarm en het opschorten van het dividend. Het aandeel van ’s werelds grootste staalproducent is in de afgelopen weken echter al flink gedaald. Beleggers waren ook tevreden over de resultaten van tankopslagbedrijf Vopak, dat werd beloond met een koerswinst van 4,3 procent.
In Zürich kelderde Richemont ruim 8 procent. De Zwitserse luxegoederenverkoper waarschuwde voor een „uitdagende” tweede helft van zijn gebroken boekjaar.
Containervervoerder Hapag-Lloyd liet weinig beweging zien bij zijn introductie op de Duitse beurs. In Londen zakte mijnbouwer BHP Billiton bijna 4 procent na een dijkdoorbraak bij een Braziliaanse ijzerertsmijn van het bedrijf.
De euro bleef onveranderd op 1,0875 dollar. Een vat Amerikaanse olie werd 0,4 procent duurder op 45,36 dollar. Brentolie steeg 0,9 procent in prijs en kostte 48,40 dollar per vat.