De Nederlandse retail zag omgerekend 1,5 procent van de totale omzet door diefstal in rook opgaan. Ter vergelijking: in buurlanden België en Duitsland bedroeg het omzetverlies 1,2 en 1,1 procent. Finland is nummer twee op de lijst met zestien Europese landen, met 1,4 procent.

Dat er hier zoveel geld verloren gaat, komt vooral door traditionele winkeldiefstal. Stelend personeel, leveranciersfraude en administratieve fouten komen hier juist weinig voor. Dieven hebben het vooral gemunt op producten die ze eenvoudig kunnen verstoppen en die ook weer makkelijk te verkopen zijn, bijvoorbeeld accessoires voor de smartphone, lingerie, sterke drank en scheermesjes. Elektronicawinkels zijn het grootste slachtoffer. Verder moeten drogisterijen en warenhuizen het in ons land flink ontgelden.

De schade komt voor Nederland ook hoger uit dan bij het vorige onderzoek, dat een jaar geleden werd gepresenteerd. Ons land eindigde toen op de derde plek, met een verlies van 1,1 miljard euro wat 1,2 procent van de totale omzet was. Dat de kosten zijn opgelopen schrijft Checkpoint Systems voor een groot deel toe aan de georganiseerde misdaad. Volgens het bedrijf zijn er nu bijvoorbeeld meer Oost-Europese bendes actief.

Er wordt in Nederland overigens ook flink geïnvesteerd in anti-diefstaloplossingen. In 2014 staken winkeliers hier bijna 1,1 miljard euro in. Afgezet tegen de totale omzet eindigde Nederland daarmee net in de top vijf van Europa.