Twee totaal verschillende boeken over de duivel
De duivel. Twee pasverschenen boeken zetten hem centraal. Heel verschillend en vanuit twee totaal andere invalshoeken.
Het boek ”De duivel. Een biografie” van Philip C. Almond is een brede studie over de plaats van de duivel in de West-Europese cultuur. Van de vroegste eeuwen van het christendom tot na de periode van de verlichting was de presentie van de duivel een gegeven. Pas nu, nu de westerse cultuur zijn bestaan definitief ter discussie stelt, is het volgens hem mogelijk om afstand te nemen en te observeren welke plaats en invloed de idee van de duivel had in de westerse cultuur.
Philip C. Almond is emeritus hoogleraar religie aan de University of Queensland in Australië. Hij publiceerde verschillende boeken over de geschiedenis van hekserij, tovenarij en demonische bezetenheid.
Met deze studie heeft hij zich als doel gesteld de christelijke opvattingen over de duivel in te bedden in een bredere context van niet-Bijbelse en buitenchristelijke bronnen. De Bijbel vormt daarbij een belangrijke bron, niet minder maar ook niet meer. In hoofdstuk 1 over het ontstaan van de duivel gebruikt de auteur bijvoorbeeld het Bijbelboek Genesis, maar ook bronnen uit de Joodse traditie, zoals het ”Eerste Boek van Henoch” en ”Jubileeën” en vroegchristelijke en middeleeuwse bronnen, zoals ”Divine Institutes” van Lactantius.
Op eenzelfde manier behandelt Almond daarna de volgende episodes in het leven van de duivel. In hoofdstuk 2 de val van de satan en de mens; in hoofdstuk 3 de strijd tussen satan en Christus. Bij het hoofdstuk over de strijd tussen Christus en satan bespreekt hij de bekende losprijstheorie, de gedachte dat God de dood van Christus aan satan aanbood als betaling, waarna de mens kon worden vrijgesproken.
Katharen
In de volgende vier hoofdstukken verkent Almond de middeleeuwse beleving en waardering van de satan. Rond de helft van de dertiende eeuw was er sprake van hernieuwde belangstelling voor de duivel. Dit had te maken met de opkomst van de katharen, die de knoop van goed en kwaad probeerden te ontwarren door te stellen dat de duivel de kwade aarde had geschapen.
Daarnaast was er in de late middeleeuwen in het algemeen een groeiende belangstelling voor geestelijk wezens en voor magie. Aanvankelijk onder de elite, maar vervolgens kreeg het ook een plaats in de volkscultuur. Zo ontwikkelde zich vanaf 1430 de gedachte dat magiërs deel uitmaakten van een geheime sekte die bijeenkwam om de duivel te aanbidden. De eeuwen daarna waren de eeuwen van de heksenvervolging. In 1486 verscheen het bekende boek ”De Heksenhamer”, waarin vrouwelijke heksen gekenmerkt worden door het feit dat ze geslachtsgemeenschap hebben met demonen.
Dit deel van het boek sluit af met een hoofdstuk over bezetenheid en duivelsuitdrijving. Hoofdstuk 8 beschrijft de idee van een duizendjarig rijk waarin de duivel gebonden is. Het laatste hoofdstuk gaat over de teloorgang van de duivel na de verlichting. ”De duivel. Een biografie” is een informatief boek met prachtige fullcolourillustraties waarin ieder terechtkan die op zoek is naar bronnen en ideeën over de duivel in de verschillende stadia van de West-Europese cultuur.
God van deze eeuw
Van een heel ander karakter is ”De overste van deze wereld” van ds. H. de Jong, emeritus predikant van de Nederlands Gereformeerde Kerken. Het is een verzameling van vijf uitgewerkte Bijbellezingen die ook in de leerdiensten als preken gebruikt kunnen worden. Ds. De Jong wil dat zijn lezers zich ervan bewust worden dat de duivel ervoor verantwoordelijk is dat we zo weinig merken van de aanwezigheid van God. Hij beschrijft aan de hand van relevante Bijbelgedeelten hoe de strijd tussen de almachtige God en de bijna almachtige duivel zichtbaar is in de schepping.
Ds. De Jong betoogt dat boven ieder maatschappelijk domein, zoals economie en wetenschap, zowel een goede als een kwade engel staat. Op die manier is de duivel de god van deze eeuw. Maar niet alleen in de werkelijkheid van alledag, ook in de geestelijke werkelijkheid van genade en verzoening is de strijd zichtbaar. Ds. De Jong beschrijft dit aspect aan de hand van de dramatische confrontatie tussen God en de duivel rondom de hogepriester Jozua. In het laatste hoofdstuk komt de rol van de satan in de beproeving van Gods kinderen aan de orde.
In deze vijf preken biedt ds. De Jong veel en vaak verrassende inzichten over de verhouding tussen God en de duivel. Deze inzichten zetten je aan het denken, niet in de laatste plaats doordat ds. De Jong ze niet presenteert als persoonlijke speculaties, maar zich steeds opnieuw beroept op Bijbelse gegevens. Ds. De Jong interpreteert de in de Bijbel beschreven effecten van de overwinning op Golgotha als een profetie. Voor de vervulling daarvan we moeten wachten op de wederkomst. Deze zienswijze deel ik niet. De duivel is verslagen en zijn positie is na de dood en opstanding van Jezus Christus concreet veranderd: de strijd tussen het vrouwenzaad en het slangenzaad is voorbij. De duivel is niet meer de overste van deze wereld.
Gebroken
Het is opvallend dat ds. De Jong bij de onderbouwing van de stelling dat de duivel nog steeds de overste van deze wereld is, terugvalt op Bijbelgedeelten uit het Oude Testament. Maar alleen al het boek Handelingen laat zien hoe de macht van de duivel is gebroken en het Evangelie ongehinderd voortgaat. Hij wacht in ketenen op het definitieve oordeel (2 Petr. 2:4).
Waarom er dan toch nog zo veel zichtbaar is van duivels geweld? Dat is geen gemakkelijke vraag. Blijkbaar heeft God besloten om de duivel ook in de nieuwe bedeling in te zetten voor de realisatie van Zijn doelen: de uiteindelijke gerechtigheid, heiligheid en vrede.
Boekgegevens
De duivel. Een biografie, Philip C. Almond; uitg. Meinema, Zoetermeer, 2015; ISBN 978 90 2114 379 8; 280 blz.; € 22,50; De overste van deze wereld, ds. H. de Jong; uitg. Van Wijnen, Franeker, 2015; ISBN 978 90 5194 493 8; 64 blz.; € 9,95.