ING meldde woensdag een nettowinst van 1,06 miljard euro over het derde kwartaal, tegen 928 miljoen euro een jaar eerder. Gecorrigeerd voor eenmalige posten kwam de winst uit op 1,09 miljard euro. Daarmee was de zogeheten onderliggende winst 3 procent lager dan in het derde kwartaal van 2014.

Het economische herstel zorgt ervoor dat de risico’s voor ING op bijvoorbeeld wanbetalingen afnemen. De totale risicokosten van de bank gingen daardoor met ruim 60 miljoen euro omlaag naar 261 miljoen euro. Vooral in Nederland gingen de kosten hard omlaag, naar het laagste niveau sinds het eerste kwartaal van 2011.

De Nederlandse economie lijkt het omslagpunt te hebben bereikt, zei topman Ralph Hamers in een toelichting op de cijfers. „De vooruitzichten zijn goed. Het consumentenvertrouwen stijgt, de huizenmarkt trekt verder aan en de besteedbare inkomens nemen toe.” De wereldeconomie blijft echter „niet stabiel” voegde hij daaraan toe.

De totale kosten van ING liepen vorig kwartaal op. Dit komt vooral doordat de rekening die toezichthouders sturen steeds hoger wordt, mede door de invoering van het Europese toezicht door de ECB. Andere kosten namen de afgelopen maanden af.

ING verkleinde zijn belang in NN afgelopen kwartaal naar 25,8 procent. Op de waarde van de aandelen en het door het verzekeringsbedrijf uitgekeerde dividend werd een winst geboekt van 76 miljoen euro, waar een jaar eerder nog een min van 159 miljoen euro in de boeken werd gezet. ING neemt naar verwachting voor het einde van volgend jaar geheel afscheid van NN.