Tijdens de vergadering op 14 juli vorig jaar, waarbij ook een Nederlandse diplomaat aanwezig was, werd onder meer gemeld dat de rebellen in het oosten van Oekraïne een Antonov-vliegtuig hadden neergehaald. Het duurde ruim vijf maanden voordat de OVV dit verslag kreeg, zei Joustra op vragen van het CDA.

„Het was niet ontsierend geweest als we het eerder hadden gekregen”, aldus de voorzitter. Hij liet verder weten dat in alle andere gevallen de Nederlandse overheid de informatie snel overhandigde waarom de Onderzoeksraad vroeg in het kader van het onderzoek naar de oorzaak van de ramp met het toestel van Malaysia Airlines.

In de Kamer is ook lang aangedrongen op vrijgeven van het stuk dat de tweede man van de ambassade na afloop van de bijeenkomst in Kiev naar Den Haag stuurde. Het kabinet weigerde dat. „Als we het openbaar maken dan krijgen we het niet meer”, zei minister Bert Koenders (Buitenlandse Zaken) eerder in de Kamer.

Uiteindelijk lekte het verslag van de briefing uit via het radioprogramma Argos. Vlucht MH17 werd op 17 juli 2014 neergeschoten door een BUK-raket. Die stond in het gebied dat in handen was de separatisten. Alle 298 inzitten kwamen om onder wie 196 Nederlanders. Het onderzoek naar de daders loopt nog.

Joustra benadrukte dat geen enkele partij voor de crash met de MH17 een link tussen het conflict en de burgerluchtvaart heeft gemaakt. Hoewel bekend was dat er langeafstandswapens in het oosten van Oekraïne waren en vliegtuigen waren neergeschoten.

Volgens het OVV-rapport had Oekraïne het luchtruim boven het rebellengebied moeten sluiten. Oekraïne snapt die kritiek, verklaarde vicevoorzitter Erwin Muller. De autoriteiten in Kiev begrijpen achteraf gezien dat het „uit voorzorg wellicht verstandig was was geweest” om het luchtruimte in het oosten te sluiten.