Piet Baarssen: van thuiszanger tot baritonsolist
Er waren altijd twee rode draden in het leven van de Urker Piet Baarssen. „Ik was gek van sporten, en ik mag graag zingen.” Zijn obsessie om zich te bewijzen als sterkste man is hij in 2003 kwijtgeraakt. Als baritonsolist stopt hij volgende maand. „Maar ik blijf wel zingen.”
In een gesprek met Piet Baarssen (56) móét het gaan over het gebeuren op 26 juli 2003: het steekincident aan de haven van Urk dat hem op het randje van de dood bracht. Baarssen probeerde een ruzie te beslechten en werd daarbij met een mes in zijn buik gestoken. „M’n middenrif was doorboord en m’n long kapotgestoken.”
Hij verkeerde in acuut levensgevaar, maar kwam er als door een wonder weer bovenop. „Mijn lichaam was op dat moment in topconditie. Menselijkerwijs gesproken is dat mijn redding geweest.”
Tot die tijd was Baarssen altijd bezig met sporten en krachtmeting. Zo’n twintig jaar deed hij mee met het jaarlijkse kampioenschap ”Sterkste man van Nederland”. In de christelijke gereformeerde Eben-Haëzerkerk, waar het gezin lid is, werd dat niet altijd begrepen. Baarssen keek daar echter anders tegen aan: „In dat wereldje kon je goed zijn. Ik heb tijdens de kampioenschappen veel respect ontmoet over het feit dat ik christen ben en nooit op zondag meedeed.”
Na het steekincident, waarbij hij er ook geestelijk diep doorheen ging, had het wereldje van krachtmeting en sporten z’n glans echter verloren. „Er werd een streep door die rekening gehaald. Het was toch wel een soort verslaving dat ik me altijd wilde meten met anderen. Ik kon het niet goed loslaten.”
Fitnessen doet Baarssen overigens nog dagelijks, in zijn eigen sportruimte thuis. „Ik wil m’n lichaam graag fit houden.”
Autodidact
De andere rode draad in Baarssens leven is altijd het zingen geweest. Van jongs af was de liefde voor het lied er. „Ik kom uit een oud gereformeerd nest, een groot gezin met elf kinderen. Thuis werd er altijd bij het orgel gezongen.”
Nu 26 jaar geleden werd de stem van Baarssen ontdekt door Meindert Kramer, die toen het Urker Visserskoor Crescendo dirigeerde. „Na afloop van een concert was ik naar het orgel gelopen, waar Meindert zat. Iemand vroeg of ik ”De heilige stad” wilde zingen. Vervolgens kwam de vraag waarom ik niet op Crescendo kwam. Klaas Bakker, die in die tijd als solist bij het koor zong, kwam me op een zondagavond voor de repetitie halen en zodoende ben ik op het koor gegaan. Niet lang daarna zong ik m’n eerste solo.”
Een poos later stond Baarssen samen met Henk Brouwer in Urk aan de wieg van een dubbel mannenkwartet, een gezelschap dat nu als de Urker Mans Formatie opereert. Ook in dat ensemble zong Baarssen jarenlang zijn partij mee.
Zangles heeft de Urker nooit gehad. „Ik ben een autodidact, net als in het sporten. Ik was ook al dertig geweest. Ik had een druk leven met m’n eigen bedrijf in de visverwerking. Het zingen deed ik ernaast. Ik ontwikkelde ook mijn eigen stijl. Ik weet niet of die nog bij te sturen was geweest.”
Hij werkte als baritonsolist mee aan talloze concerten, van Crescendo, maar ook van andere koren, zoals DEV in Kampen. Ook is Baarssen op een groot aantal lp’s en cd’s te horen. „Ik was bijna ieder weekend weg. M’n vrouw Nelly ging overigens altijd mee.”
Ademsteun
Na het steekincident dacht Baarssen dat het gebeurd zou zijn met het zingen. „Ik heb nog maar één goede long. De andere is maar voor 40 procent goed. M’n middenrif is aan elkaar geniet. Ik kan mijn ademsteun niet meer goed zetten.”
Even overwoog hij om helemaal te stoppen als zanger. Met zijn twijfels ging hij naar zangpedagoog Pieter Vis in Utrecht. „Hij heeft mij ontzettend goed geholpen. Een halfjaar lang ben ik iedere week bij hem geweest. Het heeft ervoor gezorgd dat ik het plezier in het zingen weer terug heb gekregen.”
Toch vergt het solo zingen meer en meer van hem, merkt Baarssen. „Ik ben nu echt moe na een avond zingen. Ook heb ik dan pijn op de borst.” Het is een van de redenen dat hij ervoor heeft gekozen om nog één keer als solist mee te werken aan een cd-opname van Crescendo (zie ”Cd-presentatie”) en dan te stoppen. Als koorlid blijft Baarssen nog wel actief. „Het is goed zo. Ik wil ook meer tijd hebben voor Nelly en de kinderen en negen kleinkinderen.”
Als hij terugkijkt op zijn solocarrière, is Baarssen dankbaar. „De eerste jaren zong ik bij Crescendo onder Meindert Kramer. Sinds 1999 dirigeert diens zoon Louwe Kramer het koor. Ik vind het heel mooi dat ik zo veel vertrouwen van hen heb gekregen. Ik was een eenvoudige thuiszanger. Maar ze hebben me de rol van solist gegeven.”
Mooie herinneringen zijn er genoeg. „De eerste keer na het ongeluk dat ik weer zong. Het was een drama, ik dacht dat het niet meer lukte, ik kon helemaal geen toon houden. Maar het raakte mensen. Emotioneel was het mooi.”
Tijdens een concert onlangs in Boven-Hardinxveld vertolkte Baarssen als solist het lied ”Meester, hoe kunt Gij zo slapen!” „Dat raakte mensen. Er lag duidelijk beslag.”
Sommige liederen zijn na 2003 nog meer gaan spreken, zoals ”Blijf bij mij, Heer”. „Als ik dan zing over de avond die daalt, terwijl ik zelf dicht bij de dood ben geweest, dan moet ik wel even slikken.”
Voor de cd die volgende maand verschijnt nam Baarssen vorige week als vrije solo ”De heilige stad” op. „Dat is mooi: ik ben door dat stuk begonnen bij Crescendo, nu sluit ik er ook mee af.”
Cd-presentatie
De laatste cd van het christelijk Urker Visserskoor Crescendo waaraan Piet Baarssen als baritonsolist zijn medewerking verleent, is vorige week zaterdag opgenomen in de Ichthuskerk in Urk. Op zaterdag 28 november wordt de cd gepresenteerd in De Schuilplaats in Urk. Behalve het mannenkoor onder leiding van Louwe Kramer werken ook het Hineni Symfonie Orkest en organist Hendrik van Veen mee aan het concert. De avond begint om 19.30 uur.
Teruggebracht uit de doodsvallei – interview Piet Baarssen (Terdege, 20-12-2006)