Marino kwam begin oktober in opspraak nadat duidelijk was geworden dat hij onterecht etentjes van zichzelf, familie en vrienden had gedeclareerd. Hij bracht daarmee zijn partij, de Democratische Partij (PD), in grote verlegenheid en ook premier Matteo Renzi, een partijgenoot, nam openlijk afstand van diens gedrag.

Marino vond dat hij niets had misdaan maar diende toch zijn ontslag in. Maar donderdag trok hij zijn ontslag weer in. Vervolgens zijn vrijdag alle 26 Romeinse gemeenteraadsleden, inclusief 19 leden van Marino’s eigen partij, uit protest opgestapt. Daarop restte Marino niets dan te vertrekken, met de bittere woorden: „Ik ben in de rug gestoken door 26 mensen en de aanstichter (Renzi)”.