Maatregelen naar aanleiding „politiemol”
DEN HAAG (ANP). Politieminister Ard van der Steur neemt verschillende maatregelen naar aanleiding van de affaire met de „politiemol.” Zo moet de korpschef nu naar aanleiding van deze zaak bij alle vertrouwensfuncties waarvoor een zogenoemd Veiligheidsonderzoek A is vereist, controleren of aan de betreffende medewerker een Verklaring van geen bezwaar is afgegeven, schrijft Van der Steur aan de Tweede Kamer.
De korpschef moet ook steekproeven nemen in hoeverre de thans toegekende autorisaties voldoen, de toestemming dus aan mensen voor bepaalde handelingen.
De mol werkte in een vertrouwensfunctie terwijl hij nog niet aan de screeningsvereisten voldeed. Hij had er volgens de minister nooit op geplaatst mogen worden. Maar hij heeft er maar liefst vier jaar lang de mogelijkheid gehad om bepaalde politie-informatie in te zien, blijkt nu uit de brief van Van der Steur.
De mol ging niet alleen aan het werk zonder de benodigde Verklaring van geen bezwaar, van hem is ook nog eens geslikt dat hij negen maanden lang treuzelde met het inleveren van de voor het veiligheidsonderzoek benodigde formulieren. Ook is zijn autorisatie niet ingetrokken toen hij werd overgeplaatst, terwijl dat wel had gemoeten.
„Op basis van de nu bekende feiten constateer ik dat er grote fouten zijn gemaakt, waardoor betrokkene in de gelegenheid is gekomen respectievelijk gebleven om politie-informatie aan onbevoegden te verstrekken”, aldus Van der Steur. Hij beschouwt de zaak als „zeer ernstig”. „Integriteit is de ruggengraat van de politie en dient voor alle medewerkers van de politie boven alle twijfel verheven te zijn.”