Bijbellezen: de resultaten van het onderzoek
Bijbellezen. Stil zijn voor God. Luisteren naar Hem. Het staat haaks op de vluchtige en snelle wereld waarin jongeren leven. Dat twee derde van de christelijke jongeren dan toch elke dag of in elk geval een paar keer per week Gods Woord opent, kan verblijden. Al gaat dat lezen soms wel in diezelfde vliegende vaart. Samen met de HGJB deed deze krant voor deze bijlage onderzoek onder 1019 jongeren op scholen voor reformatorisch voortgezet onderwijs, verspreid over het land. Op deze pagina de resultaten.
Tijd om te lezen
Als jongeren de Bijbel lezen, gebeurt dat relatief snel. Bijna de helft van de jongeren zegt er per keer vijf minuten voor uit te trekken. Eenzelfde percentage leest tien tot vijftien minuten. Slechts 1 procent van de ondervraagde jongeren neemt er langer dan een halfuur de tijd voor.
Dagboek erbij
Jongeren gebruiken graag hulpmiddelen bij het Bijbellezen. De helft van de ondervraagden (48 procent) gebruikt een dagboek. Slecht 4 procent zegt voorkeur te geven aan een leesrooster boven een dagboek. Lezen van kaft tot kaft gebeurt bij 7 procent, terwijl 29 procent per Bijbelboek leest of steeds een ander gedeelte kiest.
Aansprekend
Het is opvallend dat boeken uit het Oude Testament jongeren lijken aan te spreken. De Psalmen zijn vooral populair bij jongeren: 38 procent geeft aan die het meest aansprekend te vinden. Daarna volgen geschiedenissen uit het Oude Testament (34 procent), gevolgd door de evangeliën. De boeken van de grote en de kleine profeten spreken jongeren het minst aan.
Waarom lezen
Op de vraag waarom jongeren de Bijbel lezen, antwoordt 67 procent dat hij of zij God (beter) wil leren kennen. Toerusting is voor 47 procent van de ondervraagden eveneens een belangrijke reden, net als het persoonlijk bemoedigd worden (45 procent) en kennis opdoen (43 procent). Dat anderen het van hen verwachten, is de meeste jongeren geen argument om Bijbel te lezen.
Bijbelvertaling
Van de jongeren op het reformatorisch voortgezet onderwijs gebruikt 41 procent voor zichzelf de Statenvertaling. De Herziene Statenvertaling wordt in 34 procent van de gevallen gebruikt. Van deze jongeren zijn er veel die beide vertalingen naast elkaar gebruiken. Omdat de Bijbel met uitleg tijdens het onderzoek nog niet gereed was, is deze niet in de vragenlijst opgenomen.
Nooit lezen
Bijna een kwart van de ondervraagde jongeren (23 procent) zegt nooit voor zichzelf de Bijbel te lezen. Meisjes (18 procent) zijn trouwer in het Bijbellezen dan jongens (29 procent). Vmbo’ers zijn het meest geneigd om de Bijbel te laten liggen. Van hen zegt 47 procent bijna nooit of een paar keer per maand te lezen uit Gods Woord. Bij havo’ers en vwo’ers ligt dit aandeel lager: respectievelijk 23 en 33 procent.
Tevredenheid
Iets meer dan de helft is niet tevreden met de manier waarop hij of zij leest: 52 procent. Die ontevredenheid heeft vaak te maken met het feit dat jongeren wel weten dat ze meer moeten lezen, maar het niet doen. „Ik lees bijna nooit uit de Bijbel. Ik weet dat het niet goed is, maar ik heb er vaak geen tijd voor en geen zin in”, zo reageren sommige jongeren. Anderen zeggen: „Ik zou er graag meer tijd aan willen besteden, maar het lukt me niet.”
Beter begrijpen
Als ze persoonlijk geraakt zouden worden, zou 61 procent van de jongeren meer Bijbel gaan lezen. Iets meer dan de helft zou dat doen als er nieuwe dingen voor hen te ontdekken zijn. Ruim 40 procent van de jongeren zegt meer de Bijbel te gaan lezen als hij of zij beter zou begrijpen wat er in de Bijbel staat.
Geen tijd
Geen tijd. Driekwart van de jongeren geeft dit als reden aan als er van Bijbellezen niets of minder komt. Gebrek aan concentratie is voor iets meer dan de helft (55 procent) eveneens een belangrijke reden. Voor iets minder dan de helft van de jongeren spelen onrust, gebrek aan zin en het niet snappen van de Bijbel een rol voor het niet of minder lezen van de Bijbel.
Gezag van de Bijbel
Als de Bijbel iets zegt over bijvoorbeeld seksualiteit, is dat voor vier op de tien jongeren wel belangrijk, maar niet doorslaggevend. Voor 35 procent van de jongeren heeft dit wel absoluut gezag. Zo’n 15 procent van de jongeren ziet de Bijbelse lijn als „een mening” en kijkt of hij of zij er iets mee doen kan. Ruim 10 procent vindt het helemaal niet belangrijk wat de Bijbel zegt over bepaalde onderwerpen.